Fonds Nederlandse Historische Monumenten in Ceylon
In ons land hebben maar weinig mensen weet van de periode dat de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) van 1656-1796 de Ceylonese kustprovincies beheerste. In het huidige Sri Lanka herinnert nog veel aan die tijd. Dutch burghers, Romeins-Nederlands recht, land- en tuinbouwprodukten, kerken, forten, kanalen, meubilair en archiefmateriaal vormen een rijk geschakeerde erfenis.
Sri Lanka, een arm ontwikkelingsland, heeft veel archeologische monumenten, waarvan sommige bijna 2000 jaar oud zijn. Voor het onderhoud van deze monumenten en die uit de Nederlandse tijd (voornamelijk kerken, forten en het onlangs gerestaureerde voormalige Nederlandse weeshuis in Colombo) is slechts weinig geld beschikbaar. De archeologische dienst in het land is goed georganiseerd. Met de bescheiden middelen doet men wat enigszins mogelijk is. In toenemende mate komen er toeristen uit Westerse landen die vooral belangstelling hebben voor de oude kulturele monumenten in Anuradhapura, Polonnaruwa, enz. Ook de monumenten uit de Nederlandse tijd zoals o.a. de Wolvendahl kerk in Colombo (1749), de Dutch Reformed Church in Galle (1752), de forten in Galle, Jaffna, Matara, Trincomalee, Batticaloa, Kalpithiya en - last but not least - het Dutch Period Museum datgevestigd zal worden in het voormalige van 1708 daterende weeshuis in de Pettah wijk van Colombo, zijn aantrekkelijke objekten voor de kultureel geïnteresseerde toerist. Het is duidelijk dat Sri Lanka met haar grote zorgen voor de bevrediging van de allereerste behoeften (voedsel, huisvesting, kleding, watervoorziening) maar weinig fondsen kan afzonderen voor het behoud van de Nederlandse monumenten waarvan vele in verval verkeren.
Terecht is altijd ook vanuit Nederland prioriteit gegeven aan projekten voor ontwikkelingssamenwerking in Sri Lanka. Het land is opgenomen in de reeks van koncentratielanden, waarop ons land met name zijn bilaterale hulp richt. Voorrang geven aan ontwikkelingssamenwerking wil echter niet zeggen dat kulturele projekten geheel verwaarloosd kunnen worden. Het herstel van deze monumenten betekent een stukje werkgelegenheid in een land dat onder enorme werkloosheidgebukt gaat. Bovendien is er nog een ekonomisch belang mee gediend. De regering ziet het toerisme en met name het edukatieve toerisme dat minder schadelijk is voor de eigen kultuur, als een belangrijke bron van inkomsten. Een belangrijk kultureel projekt dat zijn voltooiing nadert is het Dutch Period Museum in Colombo. Dit isgevestigd in het uit 1708 daterende Nederlandse weeshuis. Met financiële steun vanuit Nederland, o.a. van het Ministerie van CRM, het Prins Bernard Fonds, de Algemene Loterij Nederland en een aantal partikulieren is dit gebouw onder auspiciën van een door Ceylonezen gevormd komité gerestaureerd. Op initiatief van de Stichting Nederland - Sri Lanka die zich voor de fondsen-werving heeft ingezet is er een ‘twinning’ tot stand gebracht tussen het Amsterdams Historisch Museum dat eveneens in een voormalig weeshuis gevestigd is en het Nederlands Museum in Colombo.
Het Amsterdams museum adviseert bij de inrichting en bereidt een tentoonstelling voor die onderdeel zal uitmaken van de permanente expositie in Colombo.
Het materiaal zal vóór januari 1981 in Sri Lanka arriveren. In die maand zal President Jayewardene het museum officieel openen.
Met het oog op de fondsenwerving voor dit museum en voor andere historische monumenten uit de Nederlandse periode (kerken, forten e.a.) heeft de Stichting Nederland - Sri Lanka een geïllustreerde brochure van 28 blz. uitgegeven onder de titel ‘De Nederlandse erfenis in Ceylon’. Zij die min. f 25,- storten op postgirorekening nr. 4374977, t.n.v. het ‘Fonds Nederlandse Historische Monumenten in Ceylon’ zullen een exemplaar van deze brochure ontvangen.