Conclusies
De voornaamste gevolgtrekking in het rapport is, volgens de samenstellers, dat op planmatige wijze de gehele sociaal-economische problematiek - derhalve meer dan alleen de sociaal-culturele situatie - in samenhang moet worden bestudeerd en aangepakt. Volksgezondheid, jeugdzorg, sport, recreatie en ontwikkelingswerk kunnen slechts resultaten opleveren wanneer ze in de samenhang met bijvoorbeeld de woningbouw en het vervoer worden ontwikkeld. In het rapport worden enkele aanbevelingen gedaan. Het Sticusa-Journaal geeft daarvan een opsomming.
- | De financiële middelen die voor het sociaal-cultureel werk beschikbaar zijn, dienen gecoördineerd te worden opdat er voor de betrokkenen meer inzicht ontstaat in doelstellingen en beslissingsbevoegdheden. |
| |
- | Hiermee hangt samen dat de procedures bij de toekenning van financiële steun, zowel aan Nederlandse als aan Nederlands-Antilliaanse zijde, bekort dienen te worden. |
| |
- | Het probleem bij de exploitatielasten van bijvoorbeeld buurtcentra moet worden opgelost, opdat het karakter van dergelijke centra niet vervormd raakt, doordat de leiding ervan zelf aan ‘funding raising’ moet gaan doen.
Er zal een decentralisatie in de bestemmingsbevoegdheid van fondsen moeten plaatshebben, waardoor tenslotte eilandelijke welzijnsfondsen kunnen worden gevormd, beheerd door vertegenwoordigers van de eilandelijke overheid en het particulier initiatief. |
| |
- | Om zo goed mogelijk aansluiting te vinden bij de behoefte zal onderzoek aangemoedigd moeten worden, waarbij experimenten met een beperkte geldigheidsduur goede toetsingsmogelijkheden kunnen bieden. |
Het zijn de voornaamste conclusies van het rapport, merkten wij reeds op. En het laat zich aanzien dat er nog tal van haken en ogen zijn om alles precies op een rijtje te zetten. En... oplossingen voor te stellen. Want daar komt het uiteindelijk toch op aan. Met dit rapport kunnen in ieder geval de betrokken overheden en ambtelijke instanties, alsook degenen die met het sociaal-cultureel werk zijn belast uit de voeten. De conclusies en de daarin vervatte eerste aanwijzingen leveren voldoende materiaal op voor een start. Terecht merken de samenstellers op, dat zij hopen dat hun werkstuk niet in de een of andere la zal verdwijnen. Een nieuwe opzet en de uitwerking daarvan vragen geld. Ook dat is een probleem.