Unie der Europese Federalisten gesticht te Brussel
De Unie der Europese Federalisten is sinds jaren de harde kern der Europese Beweging. Misschien was er heden geen sprake van Europese verkiezingen, Europese partijvorming en programma's, indien de Europese Federalisten niet steeds voor deze doelstellingen hadden gemiliteerd. Een bepaalde idee is nooit levensvatbaar wanneer zij niet kan steunen op een zekere onderstroom, die er zich voor inzet. Sinds 1971 zijn de Europese Federalisten erin geslaagd hun Beweging over geheel Europa te herstructureren, zodat er nu maar één transnationale federalistische organisatie meer bestaat.
Ons land liep enigszins achter op deze evolutie, want hier was alles heel wat ingewikkelder. Er was natuurlijk de Beweging voor de Verenigde Staten van Europa geleid door de dynamische Walter Kunnen, met enkele duizenden leden, voornamelijk in het Vlaamse land. Verder waren er her en der nog enkele kleine lokale groepjes in Wallonië en Brussel, en de zgn. Nationale Raad van de Europese Beweging, waarvan iedereen sinds lang weet dat deze niets meer vertegenwoordigt. Niets stond dus blijkbaar de vorming van een U.E.F.-sectie in België in de weg. Niets, tenzij dat sommige franstaligen het niet konden harden dat de Europese Beweging in België voornamelijk door de actieve groepering van Walter Kunnen werd gedragen.
Daarom was er ook een zekere spanning te voelen op het stichtingskongres te Brussel op 16 oktober laatstleden. Op het laatste ogenblik probeerde men het Congres nog te verhinderen door te gaan met de oprichting van een U.E.F.-België. Het heeft niet mogen baten. Na de uitstekende uiteenzettingen o.m. door dhr. Klaus Schóndube (BRD) over ‘Wat is, wat wil, wat doet de U.E.F.?’, een gevatte reden van Professor Coppé over de verkiezingen van 1978 en een pleidooi voor ‘Europese partijen, Europees programma’ door Rector h.c. Professor Brugmans, werd met een oorverdovend applaus kennis genomen van de uitslag van de verkiezingen voor de Europese Federale Raad U.E.F.-België. Professor Dr. Brugmans werd met algemeenheid van stemmen tot voorzitter gekozen. De Raad zelf telt vertegenwoordigers van alle landsdelen, Wallonië, Vlaanderen, Oostkantons, Brussel Nederlands en Frans.
Nu kan de U.E.F.-België aan de slag. Dit is een mooie overwinning geworden voor het doorzettingsvermogen en het idealisme van iemand als Walter Kunnden, die, het weze vermeld, zelf geen kandidaat was voor de Raad, om zo elke misplaatste beschuldiging de grond in te boren. In politieke termen is dit een ongekend precedent, waarvoor de betrokkene alle lof verdient.
Met de Europese verkiezingen in zicht en een Europese partijenvorming die maar moeizaam van de grond komt, kan de actie van de U.E.F.-België van doorslaggevend belang zijn. Zoals op het Stichtingscongres werd gezegd, gaat het niet op parlementairen en andere kandidaten die gezakt zijn in de nationale verkiezingen, met een troostprijs naar Straatsburg te sturen. Evenmin gaat het op zonder werkelijk Europees programma voor de kiezers te komen. Daarenboven moeten onze mensen zelf warm gemaakt worden voor deze nieuwe stap naar de Europese integratie. Al deze punten zullen de actieve en permanente belangstelling hebben van de Belgische Europese Federale Raad.
YVO J.D. PEETERS