ANV richtte motie tot belgische kabinetsformateur
Op de Algemene Vergadering 1974 van het ANV in Rotterdam werd met algemene stemmen besloten een motie van de volgende inhoud te aanvaarden en te zenden aan de toenmalige kabinetsformateur in België, de heer L. Tindemans:
‘Naar aanleiding van de vorming van een nieuwe regering in België, vestigt het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) uw aandacht op het volgende. Het Algemeen Nederlands Verbond betreurt het feit dat het regeringsoverleg over de Belgisch-Nederlandse culturele samenwerking bij herhaling is onderbroken en uitgesteld door de wisselende regeringscrisissen die de laatste jaren in beide landen plaatsvonden.
Het ANV herinnert aan zijn recente standpunten in verband met de culturele integratie en dringt er op aan dat de regeringen van beide landen maatregelen zouden treffen om deze integratie te versnellen. Met name stelt het ANV aan de nieuwe Belgische regering en aan de Nederlandse regering voor, de culturele integratie te institutionaliseren en hiervoor onverwijld een bilaterale werkgroep in te stellen teneinde de juridische en staatkundige aspecten ervan te onderzoeken en concrete voorstellen ter zake in te dienen.
Het ANV acht het bovendien nuttig dat de culturele integratie ook meer en rechtstreeks door de parlementen van beide landen wordt gecontroleerd en gestimuleerd. Het ANV stelt daarom voor een bestendige parlementaire commissie op te richten bestaande uit leden van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en het Nederlandse parlement.
Aansluitend bij het forum over “De vervuiling van de Nederlandse taal” (Rotterdam d.d. 30-3-1974), vraagt het ANV dat de Belgische en de Nederlandse regeringen er in de toekomst zouden over waken dat alle teksten die uitgaan van de overheid, in een verstaanbaar en goed Nederlands zouden gesteld worden’.
De heer L. Tindemans antwoordde als volgt:
‘Ik heb de eer U goede ontvangst te melden van Uw schrijven van 4 april 1974 waarbij een memorandum was gevoegd van het hoofdbestuur van het ANV. Ik kan U de verzekering geven dat ik met belangstelling heb kennis genomen van de inhoud van dit memorandum. Met de meeste hoogachting’, (dd. 11-4-1974)