Vergadering hoofdbestuur
De taalactie, de versteviging van de contacten tussen het A.N.V. en de Stichting Culturele Integratie tussen Noord en Zuid, de verspreiding van het propagandaschrift en het ter beschikking stellen van Nederlandstalige periodieken aan faculteiten van Zuid-Afrikaanse universiteiten waren de hoofdmoten uit de rede van de voorzitter, dr. W.H. van den Berge, op de op 10 januari in Breda gehouden vergadering van het hoofdbestuur. Daarin werd ook de jubileumviering - 75-jarig bestaan - ter sprake gebracht. Een punt waarover zich een speciale commissie zal buigen.
Blikvanger was de nota over de gewijzigde opzet van ‘Neerlandia’: een voorstel tot verandering van het beleid op grond van de financiële situatie en de noodzaak tot verhoging der leesbaarheid. En bij het laatste werd niet alleen gedacht aan de redactionele inhoud, maar ook aan de typografische vormgeving, m.a.w. het jasje waarin het blad zal worden gestoken. Daarbij werd van het zijn van maandblad afgestapt: voortaan een kwartaalschrift met tweemaal per jaar een brochure, waarin een speciaal onderwerp wordt belicht. Het laaste meer voor de fijnproevers. ‘Neerlandia’ als het blad voor een breder publiek: vandaar ook het aan de man brengen op verkooppunten. En dan ook een strijdbaarder ‘Neerlandia’, om de woorden van de voorzitter aan te halen. De vergadering stemde met de voorstellen in. Alleen de heer Kutch Lojenga (afd. Amsterdam) pleitte voor uitstel tot 1 juli. Waarop de voorzitter antwoordde dat veel over de kwestie was nagedacht en men vertrouwen moest hebben in het dagelijks bestuur.
De heer Koote gaf een uiteenzetting over het beleid der boekverspreiding, waarbij ditmaal een concentratie in geografisch opzicht in de praktijk is gebracht: boekenzendingen naar Indonesië, waar de heer Koote met lectoren contacten onderhoudt. Vervolgens werden de voorstellen inzake de Visser-Neerlandiaprijzen aangenomen, met een mondelinge toelichting van de kant van de heer Koote. De vergadering benoemde tot nieuwe leden van de Visser-Neerlandiacommissie mej. mr. A.A. Schwarz, kinderrechter te Utrecht en drs. P.A. Ruyter te Uithoorn.
De heer J.P.M. Meuwese nam de plaats in van mr. Eskes die als lid van het hoofdbestuur van de Nederlandse Bond in Duitsland had bedankt en jarenlang het A.N.V. daarin vertegenwoordigde.