Vlaamse auteur Stijn Streuvels overleden
Stijn Streuvels, één der grootste schrijvers is aan Vlaanderen ontvallen.
Hij werd als Frank Lateur in het gehucht Heule bij Kortrijk op 4 oktober 1871 geboren. Na de lagere school hielp hij zijn moeder in het dorpje Avelghem in de pasteibakkerij. Zij was een zuster van de priester-dichter Guido Gezelle.
Na zijn huwelijk woonde Stijn Streuvels in ‘Het Lijsternest’ in Ingooigem, waar hij tot zijn dood bleef. Dorpsgenoot was o.a. Hugo Verriest.
Reeds in 1899 verscheen Lenteleven, daarna Zomerland (1900), Zonnetij (1900), Dodendans (1901), Dagen (1902), Langs de wegen (1903), Minnehandel (1904), Dorpsgeheimen (1904), Openlucht (1905), Stille avonden (1905), 't Uitzicht der Dingen (1906), De Vlaschaard (1907), Najaar (1909), Het Kerstkind (1911), Het glorierijke licht (1912), Dorpslucht 1914), De Bomen (1919), Sint Jan (1919), Genoveva van Brabant (1919), Prutske (1922), Land en Leven in Vlaanderen (1923), Herinneringen uit het Verleden (1925) enz.. Zijn meesterwerk is wel de Vlaschaard, waarmee hij zich een vaste plaats in de Nederlandse letterkunde en op de Nederlandse scholen verschafte.
Stijn stond duidelijk onder invloed van Tolstoi en Maxim Gorki. Zijn taal was het Westvlaams dialekt, fris uit de bron geput, en met de eigen, heldere kijk op mensen en dingen rondom hem. Vooral de kinderpsychologie begreep hij meesterlijk en de teerheid van het idyllische wist hij met een bijzondere bekoring weer te geven.
De 90ste verjaardag in 1961 bracht Streuvels weer voor het voetlicht. Zowel in Noord- als in Zuid-Nederland werd in dag- en weekbladen, door de radio en televisie daaraan grote aandacht geschonken.
De Belgische koning verleende hem de hoogste onderscheiding, het Grootlint van de Leopoldsorde.