deze terreinen te bevorderen, terwijl ook de wederzijdse wetenschappelijke informatie en documentatie een belangrijk punt mag worden genoemd.
Zoals bekend heeft het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde een ‘filiaal’ te Djakarta opgericht, dat onder leiding staat van dr. J.J. Ras.
Het Groot-Limburgs Toneel gaat toneelspelen in Luxemburg. Het initiatief daartoe gaat uit van de ‘Kring voor Nederlands Toneel’, dat de vele Nederlanders en Vlamingen woonachtig in Luxemburg, voor wie maar bitter weinig cultureels uit de Nederlanden komt overwaaien, wat goeds wil bieden.
Heeft dit initiatief enig succes, dan hoopt de vereniging het volgend toneelseizoen te starten met een abonnement op een reeks gezelschappen, zowel uit Noord- als uit Zuid-Nederland.
Als de in Aarlen gelegen militairen met legerbussen zouden kunnen worden vervoerd kan elk toneelgezelschap, dat in Luxemburg gaat optreden, op honderden theaterbezoekers rekenen.
De Keizer Karel-prijs van de stad Aken, toegekend wegens bijzondere verdiensten voor de Europese éénmaking, gaat dit jaar naar de veertien leden van de E.E.G.-commissie, als 16e laureaat en de eerste instelling aan wie deze prijs wordt uitgereikt.
Over gemeenschappelijk cultuurbeleid in Europa zal overeenkomstig een besluit van de politieke commissie van het Europees Parlement in een te Florence in te richten conferentie worden gediscussieerd. Aan zo'n conferentie zal worden deelgenomen door de Belgische ministers van Nationale Opvoeding, de verantwoordelijken voor de cultuur in de zes landen, en vertegenwoordigers van de jeugdorganisaties der in het Europees parlement vertegenwoordigde partijen. Tijdens deze conferentie zou worden gesproken over een gemeenschappelijk beleid op cultureel gebied. De voorzitter van de politieke commissie zal, zo heet het in de officiële mededeling, een werkgroep benoemen om het vraagstuk van de deelneming van de jeugd aan deze vergadering op te lossen.
Het Belgisch huis in Keulen viert zijn 20ste verjaardag.
De Belgische ministers Van Mechelen en Parisis waren op het jubileumfeest aanwezig, zo ook de Oberbürgemeister, consuls-generaal, ambassadeurs en prelaten. Het Belgisch Huis aan de Cäcilienstrasse te Keulen geurde naar de vele fraaie bloemstukken.
Een kwartet gaf aan de ‘Festakt’ de muzikale omlijsting.
Ambassadeur Loridan huldigde de stichter van dit huis, de heer Nannan, die in 1948 met veel moed, maar met heel weinig middelen daartoe het initiatief nam.
Het leven van het Belgisch Huis is inderdaad niet over rozen gegaan, moeilijkheden waren er te over.
Maar dat Huis heeft zich nu toch wel zó ingeburgerd bij de Keulenaars, dat reeds 250 maal Keulse verenigingen in het Huis activiteiten ontwikkelden.
Minister Van Mechelen hield een feestrede, eerst in het Nederlands en daarna in het Duits. Hij onderstreepte de grote belangstelling van de Belgische regering voor het Belgisch Huis in Keulen.
Landgenoten vinden er tijdens hun verblijf in Keulen een vertrouwd toevluchtsoord. Maar de eerste en belangrijke functie van het Huis blijft een centrum, waar het mogelijk is kennis te maken met het cultureel imago en met de ‘way of life’ van dat kleine buurland dat met de geschiedenis van Duitsland, met de goede en de kwade dagen van het Duitse volk zo sterk verbonden is geweest
Minister Van Mechelen betoonde daarna nadrukkelijk de noodzaak te komen tot een gemeenschappelijke universele Europese cultuur.
Belangrijke tentoonstellingen toonden de gasten wat Belgische kunstenaars vermogen.
De twintigste vakantiecursus in Denemarken-1969 organiseert het Deens instituut van 19 tot 30 juli in het kader van de culturele betrekkingen tussen Denemarken en België.
Deze Deens-Belgisch-Luxemburgse ontmoeting richt zich tot allen, die belangstelling hebben voor de culturele, artistieke en sociale problemen. Voorts beoogt zij een betere verstandhouding tussen de onderscheidene Europese landen te bevorderen.
Het verblijf in Denemarken omvat een studieweek in het ultra-moderne kader van de volkshogeschool Unge Hjems Hoejskole, nabij de stad Aarhus. Na een reeks voordrachten en dokumentaire bezoeken volgt dan nog een verblijf in Kopenhagen en een bezoek aan het noordelijk deel van Seeland. De voertaal is het Frans.
Voor inlichtingen en inschrijvingen kan men zich wenden tot het Deens Instituut, Belliardstraat 48, Brussel 4, tel. 02-11.16.07.