worden. Voor de sportsektor bestaat voorlopig een dubbel criterium; de regionale inkomsten blijven regionaal, de nationale inkomsten uit het sportfonds worden voor 60 t.h. verdeeld volgens objektieve criteria en de overige 40 t.h. blijven fifty-fifty (voor belangen die nog niet te splitsen zijn) zodat het totaal neerkomt op een verdeling van 57 t.h. tegen 42,5 t.h..
Minister Van Mechelen besloot zijn rede met het voornemen een overkoepelende kulturele raad op te richten waarin alle domeinen zouden vertegenwoordigd zijn: de verworvenheden en de Vlaamse tradities moeten daarin gekoppeld worden aan hetgeen de kulturele evolutie morgen zal manifesteren. Het departement wil geld besteden wanneer de goede wil van de regionale besturen voorhanden is.
‘De Bond der Vlamingen van Oost-België (B.V.O.B.) vraagt bij monde van zijn voorzitter, de heer J. Gouverneur, om meer belangstelling en vooral meer steun voor hun werk in de Voerstreek (Overmaas), waarover het drietalig Overmaasblad ‘Grenzen Open’ ons geregeld inlicht.
Langs Aubel en Platdietse streek, waar administratie, kerk en school nog ééntalig zijn, kruipt de verfransing, ook nadat in 1963 de Voerstreek bij Limburg was getrokken, binnen. Via het onderwijs - de school dus - probeert men de jeugd te verfransen.
Met hun blad ‘Grenzen Open’ wordt getracht een dam daartegen op te werpen, maar het is voor een orgaan zonder financiële sterke basis moeilijk op te roeien tegen de praktijken van hen die als het moet over miljoenen beschikken.
De heer Gouverneur betreurt het dat Vlaanderen en Nederland voor deze taalgenoten in de Oost-gebieden niets of nauwelijks iets doen om o.a. het orgaan ‘Grenzen Open’ te steunen en ook op andere wijzen de Bond in zijn moeilijke strijd te steunen.
Op postrekening 53.38.48 van B.V.O.B. te Tongeren (Hasseltsestraat 41) is elke storting welkom.
Wij worden uitgenodigd een bezoek aan die streken te brengen. Daarvoor kan een gids worden aangevraagd op bovenstaand adres.
Vlaamse en Zuidvlaamse verbroedering vond plaats op zondag 23 februari, toen 150 meisjes en jongens van weerszijde van de ‘Schreve’ op de eerste ‘jeugdfeestdag’ in Frans-Vlaanderen samenkwamen.
Eerst een kerkdienst in Borre met Nederlandse preek, 's middags een toeristische wandeling door Kassel en via Zermelle naar Ekelsbeke, waar kanunnik Lescroart sprak over het Vlaamse bewustzijn in Frans-Vlaanderen en pastoor Decalf over de volkstaal in zegswijzen en spreekwoorden.
Een 17-jarige Frans-Vlaming, die drie jaar geleden was begonnen met het leren van Nederlands en op deze bijeenkomst uitlegde waarom hij daartoe was gekomen, genoot algemene bijval voor de wijze waarop hij het Nederlands reeds beheerste.
Op de vraag, die gesteld werd aan drie generaties van hereboeren, grootvader, vader en kleinzoon, hoe het wel gesteld was met het Nederlands (of wat daar voor doorgaat) was het antwoord: een derde van de mensen spreekt het nog, een derde verstaat het en de rest vermoedt waarover het gaat bij het horen van die taal.
Er werd tussendoor veel gezongen en gedeclameerd.
De heer André Demedts, die van dit verbroederingsfeest een verslag maakte voor ‘De Standaard’, zag in Killem nog een opvoering van ‘Mannen rond Klara’ van Donald de Bruyne, opgevoerd door de Milacgroep uit Vlamertinge.
Uit het nauwelijks 900 inwoners tellende vlasdorpje waren niet minder dan 200 belangstellenden aanwezig, waaronder bijzonder veel jongeren. Opvallend was hoe dat publiek zo direct meeleefde met het vermakelijk blijspel, kleurig en levendig, zoals het volk het verlangt; een weergave van hun eigen zijn in hun eigen wereld.
De nieuwe koninklijke Kommissie voor Monumenten en Landschappen is onlangs door minister Van Mechelen geïnstaleerd. De heer Johan de Roey van ‘De Standaard’ had een vraaggesprek met voornoemde bewindsman.
De nieuwe commissie (de oude dateerde van 1935) geeft adviezen, die alleen via de departementale ambtenaren aan de betreffende ministers worden doorgegeven.
Naast adviezen dient de nieuwe commissie ook zelf initiatieven te nemen om te voorkomen dat de monumenten in gevaar komen. De minister acht een Dienst voor monumenten en landschappen nodig, zodat niet meer achter de feiten zal worden