Na de debatten, de ontspanning
Vitae’ was eens te meer het bewijs hoe ver de Kerk staat van de samenleving en hoe moeilijk het is samen te leven in deze Kerk.
Wil de Kerk in deze samenleving een taak vervullen, aldus de heer Van Outryve, dan zal ze in en vanuit de kleine gemeenschappen werkzaam moeten zijn. Dan zal er inspraak moeten zijn van laag naar hoog, dan zal een meerderheidsrapport geen franje, maar een meerderheidsrapport dienen te zijn.
De eerw. heer M. Smet bracht in zijn inleiding: ‘Kultuur: burgerlijke luxe of demokratische noodzaak’ nog eens duidelijk naar voren, dat in de huidige samenleving een stuk volwassenwording over het hoofd wordt gezien door een foutieve benadering van het begrip kultuur. Te enge interpretatie snijdt voor een grote groep de mogelijkheden af. Een brede zienswijze, waarbij het kultureel vormingswerk een belangrijke plaats inneemt, kan een onschatbare verrijking en humanisering van de gemeenschap tot gevolg hebben.
Zeer interessant was de lezing van Dr. J. Lehembre, psychiater te Antwerpen, over het onderwerp ‘Drugs’. Met name werd uitvoerig het middel L.S.D. besproken. Zeer instructief waren hierbij de onder invloed van L.S.D. vervaardigde tekeningen, alsmede de zelf-observaties van onder invloed gebrachte proefpersonen.
In een jaar, waarin de kwestie Leuven zelfs in Nederland de voorpagina's haalde, was het een uitgemaakte zaak, dat dit een onderwerp was, dat in de programma's niet mocht ontbreken. De heer Jan Verdonck (De Nieuwe Linie) belichtte de achtergronden van deze kwestie. Voor verschillende Nederlanders betekende dit een nieuw zicht op een zo ingewikkeld probleem.
Al is er vaak tot diep in de nacht gediskussieerd, toch waren in het programma ook tal van andere aktiviteiten opgenomen. Zo zijn er ekskursies gemaakt naar Antwerpen, waar een tocht door de oude stad werd gemaakt. Na een bezichtiging van het Rubenshuis en een rit langs de tunnelwerken volgde een wandeling door het park Middelheim.
Hoe betrekkelijk de rijksgrens is en welk kommunikatie-middel een gemeenschappelijke taal is, kwam sterk tot uiting bij het bespreken van het werk van de jonge Vlaamse dichteres Anne Dellart tijdens de Literatuurkring. Opmerkelijk is het toch eigenlijk ook, hoe na een dag hard werken o.l.v. de heer Peter Keesom Vlamingen en Nederlanders, door elkaar gegooid in verschillende groepjes, met eigen gemaakte teksten stukken toneel of een parodie op de TV-reklame opvoeren.
Ontspanning en inspanning gingen samen bij het kennismaken van de muziekmethode van Carl Orff. De heer P. Schollaert professor aan het Lemmensinstituut te Mechelen, verstond op een meesterlijke wijze de kunst muzikale vorming tot een feest te maken.
Al heeft een programma nog zulke goede lezingen, toch zal een week slechts geslaagd kunnen heten, als de groep in staat is ook werkelijk een stuk samenleving te verwezenlijken. Zowel te Neerpelt als te Heverlee is dit het geval geweest. Vanaf het begin, toen Jop Pannekoek met zijn liedjes de weken opende tot en met de feestelijke slotavond was er tijdens de beide weken de open, hartelijke sfeer van de ontmoeting.
Een ontmoeting niet slechts in diskussie of gesprek, maar net zo goed en vaak veel oprechter in sport, spel en dans.
Alhoewel de Vlaamse film ‘Het Afscheid’, die tijdens de weken vertoond werd, een vrij triest gebeuren liet zien, was het afscheid, dat de deelnemers van elkaar namen van geheel andere aard.
Het was veeleer een voldaan afscheid om de nieuwe inspiratie en ideeën, die waren opgedaan; een dankbaar afscheid in het besef nieuwe vrienden te hebben gevonden; het blije afscheid van een tot weerziens!
W.C. Sengers.