alleen maar de kloof tusen het leger en de natie, tussen de Brusselse salons en de Vlaamse opinie zal vergroten. En dat de Vlaamse reakties tegenover sommige beslissingen bijzonder heftig zijn, zal ook onze buitenlandse vrienden niet meer verwonderen, nu uit dit bericht eens te meer blijkt dat men hun taal echt niet hoeft te kennen om tot de hoogste funkties in België op te klimmen.
Een hoofdbrok in het decembernieuws vormden de moeilijkheden in het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (NFWO). In het debat over de universitaire expansie is dit fonds in het nieuws gekomen toen het bij monde van haar voorzitter, de heer Jean Willems, weigerde de Nederlandse en de Franse afdeling van de Leuvense universiteit elk door een eigen afgevaardigde in het fonds te laten vertegenwoordigen. Uit de herrie rond deze aangelegenheid onthouden wij dat er nog steeds voldoende juridische gronden zijn die de Franstaligen toelaten het argument van de éne katolieke universiteit tegen het rechtmatig belang van de Vlamingen uit te spelen. En dat belang komt in het gedrang: het is bekend geworden dat het N.F.W.O. van 1964 tot 1967 meer dan 369 miljoen frank heeft uitgekeerd (rijksgelden) en dat de Vlaamse wetenschappers daarvan niet eens een derde hebben gekregen. De Vlaamse rechterzijde heeft dan ook de strijd aangebonden voor een hervorming van het fonds op basis van autonomie voor de beide taalgemeenschappen. Verdacht is echter wel dat de Vlaamse CVP zo bijzonder laat het probleem heeft ontdekt, want enkele maanden voordien werden gelijkaardige voorstellen van de V.U.-parlementariërs hooghartig van de hand gewezen. Men heeft zelfs in deze plotselinge agressiviteit van de CVP een afleidingsmaneuver gezien nu de hoogste leiding van deze partij, gehuld in mysterie en dubbelzinnigheid, de universitaire expansie en de ontsluiting van heel Brabant voor de uitbreiding van de katolieke universiteit voorbereidt. De Vlamingen verzetten zich vrijwel unaniem tegen een verdere uitbreiding van de Franstalige invloed in het Brusselse, maar de heren blijven de Vlaamse argumentatie negeren en halen er zelfs de dooddoeners uit de onzalige schoolstrijdperiode voor uit de kast...
Men heeft ook gewezen op het verband tussen de voorstellen van de CVP-leiding inzake de vestiging van Leuven-Frans te Brussel en de plannen van dezelfde partijleiding tot reorganisatie van de Belgische staat op basis van de provincies. Vooreerst geloofde niemand in dit voorstel: de Vlaamse en de Waalse socialisten zijn er niet over te spreken, in de kringen van Vlaamse federalisten en Waalse nationalisten had men er alleen maar spot voor over. Maar tot veler verbazing is de CVP-leiding erin geslaagd, ondanks de bezwaren van overtuigde unitaristen als Lefèvre, Moyersoen en Gilson, ondanks de kritiek van een groot aantal Waalse mandatarissen en ondanks het voorbehoud van de federalistisch denkende CVP-jongeren, het voorstel door de partijraad te doen aanvaarden. Eerlang zal het aan het parlement voorgelegd worden. Bijzonder onduidelijk is wel de houding van de Vlaamse CVP. Wat deze - overigens vrij moeilijk te omschrijven groep - denkt over de hangende problemen, blijft voor de Vlaamse krantenlezers een vraagteken.
Einde november hebben de Waalse socialisten te Verviers een kongres gehouden. De pers en de unitaristische BSP-leiding hebben dit kongres als een