Sprekende en verontrustende cijfers bij het Hoger onderwijs
De Dienst voor Hogeschoolstatistiek van de Universitaire Stichting heeft onlangs een 397 bladzijden tellend jaarverslag gepubliceerd, waarin belangwekkende cijfers voorkomen over de op 1 januari 1966 ingeschreven 48.800 studenten.
Daar 55,4 t.h. van de Belgische bevolking Nederlandstalig is zou men mogen verwachten dat ook een meerderheid van die 48.800 studenten Nederlandstalig zou zijn.
Maar zo is het niet.
Het aantal Vlaamse studenten is nl. 20.394 en het aantal Franstalige is 23.657, samen 44.051. De overige 4.749 studerenten zijn buitenlanders, in Leuven alleen al 1.789.
Van de 20.394 Nederlandssprekenden studeren er 19.394 in het Nederlands. In totaal studeren 23.657 studenten in het Frans.
Het aantal nieuw ingeschrevenen ligt bij de Franstaligen ook hoger dan bij de Nederlandstaligen. In het bijzonder gingen meer Franse meisjes studeren dan mannelijke studenten.
Op grond van deze cijfers merkt ‘De Standaard’ op, dat, ondanks alle nieuwe initiatieven te Antwerpen en te Kortrijk de Vlamingen in vergelijking met de Franssprekenden er niet op vooruit gegaan zijn, maar achteruit.
Bij het Nederlandstalig hoger onderwijs staan de geneeskunde en de artsenijkunde bovenaan, waarop volgen de studies in de handels- en financiële wetenschappen. Op de zesde plaats staat de rechtsfaculteit.
Deze cijfers beschouwende moet het ons toch van het hart dat weliswaar Vlaanderen in alle toonaarden en in alle publikaties, die men leest, steeds jammert over de achteruitstelling van Vlamingen bij benoemingen in het leger, de diplomatie, de ministeriële functies enz. enz., maar dient men dan niet eerder te jammeren over het feit, dat zoveel Vlamingen genoegen nemen met een middelbare opleiding om dan direct in de maatschappij aan de slag te gaan!
Als onder de Franstaligen honderden meer academici zijn te vinden dan is het toch begrijpelijk, dat ook meer Franstaligen in het ambtelijke en daarbuiten de goede baantjes weghappen.
Er zijn natuurlijk voorbeelden genoeg van duidelijke discriminatie bij de benoemingen in België, maar toch zal Vlaanderen er voor hebben zorg te dragen, dat méér gegradueerden dan tot nu toe het geval is kùnnen dingen naar open vallende plaatsen en dus: méér abituriënten van de middelbare scholen naar het hoger onderwijs. Maar misschien hangt dit dan ook weer samen met het loongemiddelde dat in Brussel het hoogste is, maar in Vlaanderen lager ligt dan in Wallonië. (Red.)