A.N.V. Nieuws
Kort verslag
van de jaarlijkse algemene verbondsvergadering, gehouden te Dordrecht op zaterdag 25 juni 1966
Onder leiding van de voorzitter van het Algemeen Nederlands Verbond, de heer F. Koote, had op 25 juni de jaarlijkse algemene verbondsvergadering plaats in hotel Ponsen te Dordrecht, de stad waar destijds in Nederland door dr. Kiewiet de Jonge het A.N.V. werd opgericht en jarenlang de statutaire zetel van het Verbond was gevestigd. De bijeenkomst werd bezocht door 40 personen onder wie 15 hoofdbestuursleden en vertegenwoordigers van 10 afdelingen in Nederland en Vlaanderen.
Na een welkomstwoord van de voorzitter richtte deze zich speciaal tot de heer B.C. van Leeuwen, wethouder van onderwijs van de gemeente Dordrecht, die namens de burgemeester mr. J.J. van der Lee - zelf verhinderd door ambtsbezigheden - de vergadering bijwoonde. De heer Van Leeuwen dankte de voorzitter voor zijn hartelijke woorden. Het was voor hem een genoegen namens het gemeentebestuur de leden van het Algemeen Nederlands Verbond in Dordrecht welkom te mogen heten, waarbij hij wees op de banden die sinds lang tussen deze stad en het A.N.V. bestaan.
De voorzitter gaf vervolgens een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het Verbond sinds januari van dit jaar. In Vilvoorde werd een nieuwe afdeling van het Verbond opgericht, waarvan het ledenaantal inmiddels is uitgegroeid tot 37. Naar aanleiding van de in november vorig jaar in een bijeenkomst van het hoofdbestuur uitgesproken wens eens aan een deskundige diens oordeel te vragen over de structuur en de organisatie van het A.N.V., heeft het bestuur zich in verbinding gesteld met dr. W. Dumon, lector aan de Universiteit te Leuven, speciaal verbonden aan het Instituut voor economisch, sociaal en politiek onderzoek. Het rapport van dr. Dumon is onlangs ontvangen en zal in het dagelijks bestuur worden besproken. Het voornemen bestaat in het najaar een samenkomst te organiseren van de afdelingsbesturen in Nederland - zo mogelijk tezamen met die in Vlaanderen - waarvan de regeling in handen is gelegd van het bestuur van de afdeling Amsterdam. Wat betreft de data voor het a.s. 37ste Nederlandse Congres, dat te Rotterdam zal worden gehouden, deelde, op verzoek van de voorzitter, de heer Coert, penningmeester van de Bestendige Commissie voor de Nederlandse Congressen, mede, dat omstandigheden het noodzakelijk hebben gemaakt het congres uit te stellen tot eind januari/begin februari 1967.
De voorzitter vroeg tenslotte aandacht voor de Groot-Kempische Cultuurdagen in Hilvarenbeek op 9 en 10 juli, voor de 19de Frans-Vlaamse Kultuurdag te Waregem op 28 augustus en voor de 5de Vlaamse Kultuurdag te Ekelsbeke (in Frans-Vlaanderen) op 3 september.
Hierna gaf de voorzitter het woord aan de secretaris, de heer Bicker Caarten, voor het uitbrengen van een algemeen verslag over de werkzaamheden van het Verbond in 1965. Aangezien het jaarverslag nog juist vóór de vergadering aan alle leden kon worden toegezonden, beperkte de secretaris zich tot het memoreren van de voornaamste gebeurtenissen, die zich in het verslagjaar hebben voorgedaan. Het aantal leden van het Verbond bedroeg aan het einde van 1965 ruim 3000. Vanuit de vergadering werden enkele vragen gesteld naar aanleiding van het jaarverslag, die door de secretaris en de tweede secretaris - de heer Fleerackers - werden beantwoord.
De penningmeester, de heer Van Leeuwen, verwees voor wat betreft het door hem uit te brengen financiële verslag over 1965 en de verantwoording van het geldelijk beheer over het afgelopen verenigingsjaar naar de jaarstukken, zoals die aan de afdelingen zijn toegezonden en op het verbondskantoor te 's-Gravenhage ter inzage waren gelegd. Een korte samenvatting is bovendien opgenomen in het jaarverslag over 1965. Evenals vorig jaar zijn de jaarstukken onderzocht door de accountantsdienst van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, die daaraan zijn goedkeuring heeft gehecht. Nadat de penningmeester enkele vragen had beantwoord keurde de vergadering de rekening en verantwoording goed. Vervolgens werd de begroting voor 1966 vastgesteld.
Hierna was aan de orde de vervulling van een vijftal vacatures in het hoofdbestuur. Daar behalve de voordrachten van het hoofdbestuur geen andere kandidaten waren gesteld werden zonder stemming herkozen:
mr. J. Fleerackers - als tweede secretaris, |
A. Demedts - als hoofdbestuurslid voor de culturele betrekkingen met Frans-Vlaanderen, |
mr. G.H. Eskes - als hoofdbestuurslid voor de culturele betrekkingen met Nederlanders die zich in Duitsland hebben gevestigd. |
Aangezien de heer C. van Leeuwen zich niet meer herkiesbaar had gesteld voor de functie van penningmeester was hiervoor door het hoofdbestuur voorgedragen mr. A.W. van Nes, lid van de afdeling 's-Gravenhage, hoofdambtenaar op het Ministerie van Financiën. Daar geen andere kandidaten waren gesteld werd de heer Van Nes bij acclamatie benoemd (op zijn verzoek voorlopig voor twee jaren). Alle gekozenen aanvaardden hun functie. De voorzitter richtte zich hierna tot de aftredende penningmeester, de heer C. van Leeuwen, die deze functie gedurende 19 jaren met grote toewijding heeft vervuld. Als herinnering overhandigde de voorzitter hem namens het bestuur het boekwerk ‘Vlaanderen - gisteren en morgen’ benevens een pijp. Namens de Vlaamse afdelingen sprak de heer De Wit een woord van erkentelijkheid tot de heer Van Leeuwen, die steeds een groot begrip heeft getoond voor de problematiek in Vlaanderen. Als blijk van waardering bood spreker de heer Van Leeuwen een ingelijst gedicht van Prudens van Duyse aan. De heer Van Leeuwen dankte beide sprekers voor hun hartelijke woorden en stoffelijke gaven en sprak daarbij de hoop uit, dat het A.N.V. voort zal blijven gaan steun te geven aan de oplossing van de noden van de Vlamingen.
Daar ook de voorzitter, de heer Koote, aan de beurt was van periodiek aftreden droeg hij tijdelijk de voorzittershamer over aan de plv. voorzitter, de heer Meuwese, waarna de heer Koote voor korte tijd de vergaderzaal verliet. De heer Meuwese deelde mede, dat de heer Koote zich bereid had verklaard zich opnieuw beschikbaar te stellen voor de functie van voorzitter, doch voor niet langer dan ten hoogste twee jaren. In die overgangstijd zou het hoofdbestuur kunnen uitzien naar een opvolger. Het hoofdbestuur stelde voor gedurende deze overgangsperiode de heer Koote opnieuw tot voorzitter te benoemen. Daar geen andere kandidaten waren gesteld en de vergadering geen stemming verlangde, werd de heer Koote voor de door hem genoemde termijn bij acclamatie als voorzitter herkozen. De heer Koote aanvaardde, na terugkeer in de vergaderzaal, zijn benoeming.
In verband met het periodiek aftreden van drs. J. Denis, die zich niet herkiesbaar stelde, werd in zijn plaats als lid van de financiële adviescommissie gekozen drs. W.K.M. Brauers uit Berchem-Antwerpen. In de plaats van de heer E. de Smet werd op voorstel van het dagelijks