Afgaand op de Engelse en Franse tekst van de Conventie, die ik in Straatsburg heb moeten aanvragen, omdat hij in België voor ons niet toegankelijk was, heb ik mijn bevindingen reeds in een kort artikel in ‘Het Pennoen’ van december ll. samengevat. Zij stemmen voor wat de bevoegdheid van het Hof en van de Commissie betreft overeen met wat minister Spaak tijdens een interpellatie in de Belgische Senaat heeft gezegd en met wat de oppositie moest toegeven. De Commissie en het Hof zijn alleen bevoegd voor klachten van enkelingen, die gekrenkt worden in algemeen geldende Rechten zoals voorzien in het protocol van de Conventie. Over rechten van ‘minderhe den’ met politieke gevolgen in de staten hebben de organen van de Conventie geen bevoegdheid. - Het is slechts door overdreven ijver vanwege de Commissiebeambten en leden, die zich te haastig willen naar voren schuiven, dat deze zaak naar het Hof is kunnen verwezen worden. Zij kon dit des te gemakkelijker doordat zij door haar samenstelling grotendeels onder de invloed van de francofonen in België staat.
Zo kon ik met reden in ‘Het Pennoen’ schrijven: Niet alleen zijn de francofonen in deze aangelegenheid rechter en partij, zij stellen onrechtstreeks ook de advokaat van de tegenpartij aan.
Het Hof zetelt immers in het Frans - gebeurlijk ook in het Engels - te Straatsburg. Om president De Gaulle, die hun bemoeizucht wantrouwt, te overtuigen willen zij bovendien bewijzen van francofone bruikbaarheid geven (eigen refleksie!).
Als partij klagen zij hun eigen francofone administratie aan waaraan de Vlaamse volkswil nog maar pas langs parlementaire weg rechten heeft moeten afdwingen. De advokaat wordt aangeduid door de hoge ambtenaren van de ministeries van Buitenlandse Zaken en van Justitie. Het zijn Buitenlandse Zaken, die het dossier opstellen. Nu is de hoge administratie van dit departement gekend als het laatste oninneembare bolwerk van de aftandse eentalig-Franse hoge ambtenaren.
Er is aan de zaak nog een speciaal aspect dat het A.N.V. aanbelangt. Het protocol voorziet dat een rechter of commissielid dat met de meerderheid niet akkoord gaat een minderheidsnota mag indienen. De aangewezen rechters zijn: voor België prof. senator Rolin, voor Nederland baron Van Asbeck. De zaak moet normaal binnen de twee jaar te Straatsburg voorkomen. Als het zover komt zou een van die twee aldaar de belangen van de Nederlandssprekenden in Europa moeten vertolken.
Het arrest kan moeilijk praktische gevolgen hebben, alleen de regeringen, niet de Parlementen zijn contracterende partijen. Minister Spaak betwist hun bevoegdheid in politieke aangelegenheden. De zaak kan wel een propagandistisch wapen in de Nederlands-Franse cultuurstrijd in Europa worden. Daar deze cultuurstrijd in België aldus ge-Europeaniseerd is, kunnen de Noord-Nederlanders hier eventueel mede hun verantwoordelijkheid opnemen.
Jan Roeges.
Professor Brugmans is van mening, dat de argumentatie van de heer Roeges niet slaat op die, welke hijzelf ontwikkeld heeft.
Red.