Publikaties
Boekbespreking
D. van der Meulen. ‘Ik stond er bij - het einde van ons koloniale rijk’. Uitg. Bosch & Keuning N.V., Postbus 1, Baarn. 264 blz. geïll., twee delen in één band. Prijs f 8,90.
De schrijver van dit boek behandelt op boeiende wijze zijn ervaringen als bestuursambtenaar gedurende de laatste decennia van ons bestuur over het voormalig Nederlands-Indië en - na de oorlog - tijdens zijn adviseurschap van luitenant gouverneur-generaal Van Mook. Het is een boek, dat degenen die in Nederlands-Indië hebben gewoond en gewerkt en die de laatste jaren tot de bestuursoverdracht hebben meegemaakt ongetwijfeld zal interesseren; vooral wat hij vertelt over deze laatste periode, omdat wat toen op hoog niveau werd besproken en is gedaan aan velen niet altijd duidelijk zal zijn geweest. Er kleeft echter ook een gevaar aan dit boek, omdat degenen die Nederlands-Indië niet van dichtbij hebben gekend een onvolledig en daardoor een eenzijdig beeld krijgen van wat Nederland voor dit land heeft betekend en tot stand heeft gebracht.
De heer Van der Meulen was als bestuursambtenaar de ethische politiek toegedaan, die zich baserend op de aanstaande beëindiging van het Nederlandse bestuur, alle heil zag in een krachtige groei van het nationalisme onder de Indonesiërs als uitdrukking van een gevoel van eigenwaarde en wil tot zelfbepaling. Op zichzelf was tegen een progressieve bestuurspolitiek niets te zeggen, omdat reeds vanaf het begin van deze eeuw Nederland zich bewust was geworden van een zedelijke roeping tegenover de bevolking dier gewesten, uiteindelijk leidend tot de zelfstandigheid van dit gebied.
Wel verschilden de meningen erover hoe en in welk tempo dit alles te volbrengen. Gaat ons bezwaar dus niet tegen de visie en het streven van de heer Van der Meulen, wij vinden het onjuist, dat de auteur in zijn boek nagenoeg geen goed woord schrijft over de inzichten van andere goedwillenden en in het bijzonder niets over wat ons bestuur en onze ondernemingsgeest voor Nederlands-Indië hebben tot stand gebracht, waarvan land en volk toch in grote mate de vruchten hebben geplukt. De heer Van der Meulen gaat in zijn boek daaraan voorbij. Hij stelt slechts zijn zienswijze ten aanzien van de nationalistische ontwikkeling, daarbij doordrongen van een streng religieuze overtuiging. Zijn overtuiging van te weten hoe ons beleid behoorde te zijn, zonder gevoel voor de opvattingen van anderen - wat vooral zo duidelijk naar voren komt bij zijn bespreking van de laatste fase van de Nederlandse gezagvoering - vonden wij bepaald een bezwaar bij de lezing van dit boek. De heer Van der Meulen heeft ongetwijfeld zijn grote verdienste gehad in Indië; zijn gedegen kennis van de Islam bracht de Nederlandse regering ertoe hem tevens opdrachten te geven in Saoedi-Arabië en in Z.W.-Arabië. Nogmaals het boek van de heer Van der Meulen bevat zeker belangwekkende gegevens, het is een levensverhaal van de auteur zonder een zwaar te verteren brok historie. Een boek dat men echter wel met de nodige reserve moet lezen.
B.C.
Voorts ontvingen wij:
Jozef van Overstraeten: Gids voor Vlaanderen 1966. Antwerpen, Vlaamse Automobilistenbond, 1965, 953 blz.
Deze goed verzorgde Gids zal voor velen, die belangstelling hebben voor het mooie en afwisselende Vlaanderenland en waarin ook vele bezienswaardigheden zijn beschreven, een goede begeleiding zijn op hun tochten door geheel Vlaanderen.