A.N.V. Nieuws
Het 70-jarig bestaan van het A.N.V. te Brussel gevierd
De afdeling Brussel, de stad waar het A.N.V. in 1895 werd opgericht, herdacht op waardige wijze deze heuglijke gebeurtenis.
Op de tweede zondag van juni werd in de grote zaal van Hotel Cosmopolite, aan het Rogierplein, een academische zitting gehouden waarop het dagelijks bestuur vertegenwoordigd werd door de heren F. Koote, algemeen voorzitter, dr. jur. G.R. Piryns, plv. voorzitter en mr. J. Fleerackers, 2de secretaris.
Voorts werd de feestelijke herdenking bijgewoond door talrijke afgevaardigden van afdelingen uit Noord en Zuid, met name Amsterdam (de hh. drs. J. Das en L.C. Kutsch Lojenga), Rotterdam (de h.J. van der Burg), 's-Gravenhage (mevr. Lintel-Achtergael, de hh. drs. W. Bijleveld en P. Burger), Noord-Brabant (mej. dr. G. van Rijn), Antwerpen (de hh. M. Lauwerijs, mr. J. Fleerackers, de h. en mevr. J. Domus), Gent (de h.J. de Wit). Land van Waas (mej. M. D'Hont), en Brussel (de hh. P. Heuvelmans, M. van Gijsegem, J. van den Broek, mevr. H. Kremer en mr. Frans van der Elst). Onder de genodigden bevonden zich de heren prof. em. dr. Frans Fransen en dr. paed. D. Merlevede, leden van de raad van advies van de afdeling Oost-Vlaanderen.
De voorzitter van de jubilerende afdeling, de heer P. Heuvelmans, opende de vergadering met een hartelijk welkomstwoord tot alle aanwezigen, en wees daarbij nogmaals op de belangrijkheid van nauwe contacten tussen Noord en Zuid, ter beveiliging van ons gemeenschappelijk cultuurbezit, nu het uit de jongste gebeurtenissen op politiek terrein is gebleken dat de Vlamingen meer dan ooit waakzaam zullen moeten blijven om te behouden wat zij door jarenlange, moeizame strijd verworven hebben.
De heer F. Koote, algemeen voorzitter, die vervolgens als afgevaardigde van het Verbondsbestuur aan het woord kwam achtte de taak van het Verbond, dat 70 jaren onafgebroken activiteit achter de rug heeft, nog lang niet beëindigd. Tussen Noord- en Zuid-Nederland moet een gezonde wisselwerking blijven bestaan. De bevordering van het samenhorigheidsgevoel van alle Nederlandssprekenden en de behartiging van hun gemeenschappelijke belangen liggen nog steeds ten grondslag aan de doelstellingen van het A.N.V. Ook Zuid-Afrika mag. ondanks een tijdelijke verslapping van de vriendschapsbanden, niet over het hoofd worden gezien, en spreker beschouwde het als een verheugend feit dat dit land waarschijnlijk dit jaar een Visser-Neerlandiaprijs toegewezen krijgt.
De algemeen voorzitter bracht ten slotte hulde aan het bestuur van de afdeling Brussel voor het in al deze jaren gepresteerde werk, vaak in zeer moeilijke omstandigheden. Hij prees vooral de verdiensten van de heer P. Heuvelmans, voorzitter, en van de heer M. van Gijsegem die sinds meer dan 30 jaar de functie van secretaris uitoefent.
De heer prof. dr. Max Lamberty, algemeen voorzitter van de Stichting Lodewijk De Raet, en oud-bestuurslid van de afdeling Brussel, sprak namens de afdelingen in Vlaanderen. Deze voordracht vindt men elders in dit nummer.
Namens de afdelingen in Nederland bracht de heer drs. W. Bijleveld, voorzitter van de afdeling 's-Gravenhage, een hartelijke groet aan de feestvierende vergadering.
Het geboortehuis van het A.N.V., restaurant ‘In de Vos’, Grote Markt te Brussel
Hij wenste zich niet aan voorspellingen te wagen, die vaak verkeerd uitvallen, ofschoon hem gevraagd werd over de toekomstmogelijkheden van het A.N.V. te spreken. De wereld waarin wij leven geeft blijk van een onrustwekkende beroering en niemand weet hoe dit alles tenslotte zal verlopen. Dit neemt niet weg dat wij onze eigen taal en tradities trouw moeten blijven, en dat juist daarom een steeds nauwere verbondenheid tussen Nederland en Vlaanderen moet worden nagestreefd. In Nederland evenwel staat men vaak nog onbegrijpend of wantrouwend tegenover de noden van de Zuidnederlandse stamgenoten. De bestaande misverstanden moeten echter uit de wereld worden geholpen, en de Vlamingen, evengoed als de Nederlanders, hebben er belang bij hun vooroordelen en hun afzijdigheid prijs te geven om in de steeds kleiner wordende wereld nog een aaneengesloten taal- en cultuurgemeenschap te vormen.
Inmiddels had de heer prof. Modest lauwerijs uit Antwerpen, één der ‘oude getrouwen’ van het Verbond, aan de bestuurstafel plaats genomen. Zijn gevoelvolle, geïmproviseerde toespraak, waarin hij uiting gaf aan zijn vreugde weer eens te midden van zijn goede vrienden te mogen vertoeven, liet al dadelijk vermoeden dat hij niet zonder meer naar Brussel was gekomen om aan de herdenkingsplechtigheid deel te nemen. Na de voorzitter en de secretaris van de afdeling van harte geluk te hebben gewenst met hun volhardende werkzaamheid, haalde de heer Lauwerijs uit een metalen kastje een mooi geborduurde zijden vlag te voorschijn, die hij onder algemeen applaus aan de heer Koote, voorzitter van het A.N.V., overhandigde. Deze oude, kleurrijke en zinnebeeldig ontworpen vlag, werd reeds vóór Wereldoorlog I door de Antwerpse afdeling van ons Verbond aan ‘De Liederavonden voor het Volk’ geschonken, en de heer Lauwerijs had dit symbool steeds piëteitsvol bewaard. Vanzelfsprekend