Publikaties
Boekbesprekingen
Dr. F.C. Dominicus, Apartheid een wijze voorzorg. Uitgeverij N.V. ‘De Banier’, Utrecht, 1965.
Bij alles wat ons over Zuid-Afrika wordt medegedeeld, of op het beeldscherm te zien wordt gegeven en waarvan het meeste berust op onkunde, emotionele oppervlakkigheid of zelfs kwaadwilligheid, komt ons gelukkig ook juiste voorlichting onder het oog of tot het oor.
Het boek van dr. Dominicus, die vele jaren afgevaardigde voor de afdeling Kaapstad in ons hoofdbestuur is geweest, geeft, zoals van hem was te verwachten, zodanige voorlichting. Ieder wie het om kennis van Zuid-Afrika te doen is, zal uit dit boek veel over de tegenwoordige toestanden daar te weten kunnen komen, ook over de schaduwen in dit zonnige land.
Daarbij bepaalt de schrijver zich niet tot Zuid-Afrika, hij geeft vergelijkingen met de toestanden in andere Afrikaanse - en Aziatische - landen: als Angola, Ghana, Dahmey, Ethiopië, Kenya, Kongo, Marokko, Nyassaland, Somaliland. Hij verschaft een overvloed van gegevens uit verschillende bronnen en het is bijzonder nuttig, dat dit alles hier in boekvorm is bijeengebracht, duidelijk ook gesteld als bewijs tegen het vele dat op eenzijdige of verkeerde berichtgeving berust.
Dr. Dominicus gaat niet diep op de zaken in, zijn betoog steunt vooral op feiten en vergelijkingen met andere landen, voornamelijk die, waaruit de scherpste kritiek op Zuid-Afrika komt. Na een inleiding, geeft hij achtereenvolgens veel wetenswaardigs over onderwijs, gezondheidszorg, immigratie, de blanke ‘overheersing’ en de proefneming met Bantoe-bewind in de Transkei.
Hij stelt verder de vraag ‘Loopt de republiek gevaar?’, en beantwoordt deze ‘niet anders dan bevestigend’ en hij ziet gevaren, ‘ontstaan door domheid, onwetendheid, machtswellust en begeerte,’ welke oorzaken hij dan nagaat, wederom toegelicht met feiten en vergelijkingen. Het hoofdstuk ‘Reuzen en leuzen’ baseert zich hoofdzakelijk op het boek van Pieter Lessing, ‘The African Kaleidoscope’, die in 1960 een reis door de nieuwe staten maakte en daarover als veelbereisd journalist zijn indrukken weergaf. In ‘Het juiste midden’ komt de kritiek van de schrijver op voornamelijk de z.g. ‘kleine apartheid’ aan het woord. Dat is jammer, want hier was juist een goede gelegenheid om dieper op de problemen in te gaan. De schrijver meent, dat wij met ‘een zuiver economische kwestie’ te doen hebben. Ik meen, dat dit niet juist is. Er spelen zeker economische elementen in die problemen mee, maar de kernvraag is de moeilijkheid, hoe het samenleven binnen de grenzen van een westersdemocratische staat van wezenlijk verschillende volksgroepen moet worden geregeld. Dat uiteraard uit die verscheidenheid economische verschillen en - door de Westerse geest als zodanig opgevatte - tegenstellingen ontstaan, waarbij de van nature het best toegeruste mens, in casu de blanke, in het voordeel is, is nu eenmaal onvermijdelijk. Maar dit is slechts gevolg van het anders-zijn.
De ‘officiële en niet-officiële belagers’ van Zuid-Afrika worden dan behandeld, en tenslotte worden voorbeelden gegeven van hoe onjuist veel voorlichting over Zuid-Afrika is.
Zoals men uit de opzet ziet, geeft de schrijver geen systematisch betoog, geïllustreerd met feiten, maar is het voornamelijk zijn doel, met veel gegevens en aanhalingen aan te tonen, wat er werkelijk in Zuid-Afrika speelt, zonder dat hij zich met de politiek, de wetgeving en de verschillende maatregelen en de achtergronden daarvan bemoeit. In dit opzicht is zijn boek precies tegengesteld aan een studie van Mme P. Pierson - Mathy, ‘La politique raciale de la république d'Afrique du sud’, verleden jaar verschenen in de Chronique de politique étrangère van het institut royal des relations internationales te Brussel, 88 Avenue de la Couronne.
Mijn bezwaar tegen laatstgenoemd werk is, dat het zich louter baseert op documenten, wetgeving, geschriften, artikelen, reglementen en statuten van politieke partijen, waarbij het directe en wezenlijke van een situatie schuil gaat. Dr. Dominicus kent Zuid-Afrika uit eigen aanschouwing, mevrouw Pierson-Mathy kennelijk niet. Wat dr. Dominicus' boek enigszins te kort komt, geeft zij in overvloed. Maar wat zijn werk - zij het dan wat onsystematisch en impulsief - biedt, ontbreekt bij haar. Ik ben geneigd, het zijne de voorkeur te geven boven een exacte en abstracte uiteenzetting. Speciaal omdat zijn werk zich richt tegen onwaarheid en onjuiste voorstelling van zaken, die tegenwoordig blijkbaar geoorloofd is wanneer het tegen Zuid-Afrika gaat.
Het is jammer, dat hij geen andere titel heeft gekozen. ‘Apartheid’ is een zo zwaar belast woord, dat wij dat beter