Neerlandia. Jaargang 69

Duitsland

Jong Nederland in Duitsland

Uit de rubriek ‘Wij, jong Nederland’, sinds kort opgenomen in ‘De Post van Holland’ van mei 1965 nemen wij over dat voor het staatsexamen Nederlands in het Nicolaus Cusanus Gymnasium te Bad Godesberg, twee jeugdleden van de Nederlandse vereniging ‘Prinses Margriet’ uit Bonn zijn geslaagd.

Op 3 en 4 juli zullen, evenals in vorige jaren het geval was, weer een groep jonge Nederlanders uit Keulen, Nederland bezoeken.

De heer Venneker, de bondsjeugdsecretaris, betoogt in ditzelfde nummer nog eens, dat een jeugdorganisatie voor de Bond een levensbelang is omdat de jeugd van vandaag de leiders worden van de vereniging van morgen. En dat moeten Nederlanders zijn en dan niet alleen paspoort-Nederlanders; vandaar de jeugdorganisatie waar de jonge meisjes en jongens elkaar ontmoeten, ideeën en idealen met elkaar uitwisselen.

Bij het werk der organisatie kan deze rekenen op overheidssteun overeenkomstig het Bundesjugendplan. Hoe groter de organisatie is hoe ruimer de subsidies zullen vloeien. Vandaar dat de heer Venneker alle verenigingsbesturen aanzet zich bij de jeugdorganisatie aan te sluiten.

Mgr. van Waeyenbergh ontvangt ‘Duitse’ prijs ‘Joost van den Vondel’

De Freiherr von Stein Stichting uit Hamburg stelt sedert 1959 een jaarlijkse prijs van 10.000 DM ter beschikking voor een ‘Joost van den Vondelprijs’. De prijs is bestemd voor een personaliteit uit het Nederduitse of Nederlandse gebied, die zich kultureel of artistiek verdienstelijk heeft gemaakt.

Voor 1965 werd de prijs toegekend aan Mgr. Van Waeyenbergh, oud rector van de Leuvense Universiteit. Deze toekenning wordt gesteund op de grote verdiensten die Mgr. Van Wayenbergh heeft gehad door een nagenoeg vijfentwintigjarig rektoraat onder de moeilijkste omstandigheden van de oorlog en de naoorlog.

Als motivering voor deze erkenning van verdiensten werd opgegeven: het in stand houden van de onafhankelijkheid van de universiteit in de jaren 1940-'44, de heropbouw van de vernielde universiteitsbibliotheek, de oprichting van een aantal instituten welke beantwoorden aan de eisen en aan de problematiek van deze tijd en de stichting van een dienst voor studieadvies ten einde de beroepsoriëntatie voor de studenten te vergemakkelijken. Verder werd het belang van de bemoeiingen van Mgr. Van Wayenbergh onderstreept bij het tot stand brengen van een inrichting voor hoger onderwijs in Kongo, welke onder de naam ‘Lovanium’ helpt voorzien in een nog steeds drukkend tekort aan kaders van het voor onafhankelijkheid onvoorbereide land.

Op nationaal vlak heeft de rector magnificus een belangrijk aandeel gehad in de inter-universitaire wetenschappelijke organisaties.

Als bevorderaar van de Nederlandstalige kultuur, was hij vóór 1940 reeds verdienstelijk als de eerste voorzitter van de ‘Vlaamse Kultuurraad’.

De plechtige uitreiking van het diploma van de Joost van den Vondelprijs aan Mgr. Van Wayenbergh zal plaatshebben op 25 juni a.s. in de aula van de ‘Westfalische Wilhelmsuniversität’ te Munster.

Duitsers leren Nederlands

Uit het personeelsorgaan van de firma Gevaert, die een fusie aangegaan is met het Duitse orgaan Agfa, nemen wij het volgende over:

‘Naast de technische, administratieve en commerciële problemen die met de fusie gepaard gaan is ook het taalverschil een factor waarmee moet rekening worden gehouden.

Zeker, de meeste van onze collega's, die uit hoofde van hun functie met onze Duitse collega's in betrekking komen, kennen tamelijk goed Duits of kunnen zich althans op behoorlijke wijze uit de slag trekken. Doch wanneer iemand zich moet uitdrukken in een vreemde taal -

[p. 107]

hij mag ze dan nog zo goed beheersen - dan moet hij steeds een supplementaire inspanning leveren en de laatste nuances, waarop het soms aan komt, komen niet tot hun recht.

Daarom doet het ons genoegen te vernemen dat vele van onze collega's te München en in Leverkussen Nederlands aan het leren zijn.

Reeds van bij de aanvang der fusie hebben sommigen het probleem individueel aangepakt en kunnen thans al een aardig stukje meepraten.

Het bleef echter niet bij individuele pogingen. Op 1 november 1964 begon in München een Nederlandse taalcursus met 80 deelnemers - allemaal vrijwilligers - onder wie zeer vele leden van het kaderpersoneel. Ook te Leverkusen werd, op privé-initiatief, in de researchafdeling een Nederlandse taalcursus ingericht voor een 40-tal deelnemers, van wie meer dan twee-derden academici.

Daarnaast wordt, begin maart, een aanvang gemaakt met een officiële cursus, waarvoor eveneens een ruime belangstelling blijkt te bestaan. De inschrijvingen werden stopgezet toen het aantal van 80 deelnemers was bereikt. Meer dan 50 kandidaten moesten, voorlopig, geweigerd worden. Ook in deze cursus is het leidend personeel flink vertegenwoordigd. Het verheugt ons te kunnen vaststellen dat er zulke grote belangstelling bestaat voor deze Nederlandse taalcursussen. Wij waarderen de inspanning die onze Duitse collega's zich getroosten en die zeker zal bijdragen, niet alleen tot een nauwere professionele samenwerking, maar tevens tot het bevorderen van een collegiale menselijke toenadering.