landse relaties een uitstekende, originele aanbieding; immers ‘het geliefde Vlaanderen, het omstreden Vlaanderen, het lastige Vlaanderen houdt voor- en tegenstanders bezig. Vlaanderen is een denkbeeld, een streefbeeld en... een steen des aanstoots; maar Vlaanderen en het groeiende Vlaams bewustzijn, zijn een werkelijkheid’, zo staat in de inleiding geschreven. Wie dit kijk- en leesboek aandachtig doorneemt kan dit onderschrijven.
Van de n.v. Uitgeversmaatschappij Elsevier, Jan van Galenstraat 335 te Amsterdam, ontvingen wij:
Dr. A.R.A. van Aken: Elseviers encyclopedie van de archeologie. Pocketuitg., 240 blz. Met foto's en tekeningen, f 3,90. In dit boekwerkje wordt naast de wetenschappelijke en technische aspecten van het vak, in het bijzonder de archeologie van het oude Griekenland, Kreta, Rome, Egypte en het Midden-Oosten behandeld. Ook voor de toerist is dit boekje een nuttig en interessant bezit.
Dr. M.A. Schwartz: Vertellingen uit Hellas en Rome I en II. Pocketuitg., elk deel 176 blz. met illustraties en kaartjes, f 2,90 per deel.
Voorts ontvingen wij:
van de uitgeverij Oosterbaan & Le Cointre n.v. te Goes: Dr. A.J. Verburgh: Wat is nationaal gereformeerd? Doel en richting van het Gereformeerd Politiek Verbond. Ingenaaid, 45 blz., f 2,25.
van de Universitaire Pers Rotterdam, postbus 1474 te Rotterdam: Karl Jaspers e.a.: Worden wij wel juist voorgelicht?
Massamedia en hun publiek, met een inleiding van Marnix Gijssen. Pocketuitg., 68 blz., f 6,50.
Zò zag ik Zuid-Afrika! Reisdagboek van G.J.H. Gijmink, Herv. Pred. te Rotterdam - Grotekerkwijkgemeente, voorzitter N.Z.A.V.
In het januarinummer werden reisbeschrijvingen van de Afrika-reizigers drs. M.J. Boom en drs. J. Klatter besproken. Ook voor het ‘Reisdagboek’ van de voorzitter van de Ned.-Zuid-Afrikaanse Werkgemeenschap, ds. G.J.H. Gijmink wil ik alsnog de aandacht vragen.
De schrijver heeft vijf jaren geleden voor korte tijd - gedurende het verlof in Nederland van ds. Knottnerus - de Nederlands sprekende Hervormde gemeente in Johannesburg gediend, en verschillende aspecten van Zuid-Afrika leren kennen.
Als zovelen die dit land bezoeken of er langere tijd in vertoeven, werd ook zijn gevoel voor waarheid en eerlijkheid gekwetst door hetgeen hij over Zuid-Afrika las en hoorde. Na zijn eerste verblijf in 1959 bracht hij verleden jaar op uitnodiging van de Ned. Herv. kerk in Zuid-Afrika, een tweede bezoek. Daarvan vertelt hij in dit dagboek, waarvan de aankondiging tot onze spijt te lang is blijven liggen.
Wij willen echter niet nalaten, dit kort en zakelijk geschreven reisverhaal onder de aandacht te brengen, want het geeft een aardig beeld van wat een rondreizende dominee daar zo al op zijn weg ontmoet en het kan dienstig zijn voor velen, die vooral minder aangename dingen over Zuid-Afrika lezen. Hij vertelt van een bezoek aan de bantoestad Atteridgeville-Saulsville bij Pretoria, aan de Indiëruniversiteit, aan Zoeloeland en een Bantoeuniversiteit, maar miste de tijd om Loethoeli te bezoeken. Hij stelt de vraag, of Loethoeli niet in het beleid van ‘ontvoogding zonder chaos’ kan worden betrokken, al lijkt zijn rol hem niet belangrijk meer. In de Transkei kwam hij in aanraking met de moeilijkheden om dit land te ontwikkelen en de plannen die daarvoor zijn gemaakt- en worden uitgevoerd. En ook Kaapland en Oranje-Vrijstaat heeft hij in deze zes weken bezocht.
Zijn verslag is boeiend en treft vooral door zijn indruk van de geweldige ontwikkeling op allerlei gebied - ook in de Bantoewereld - die Zuid-Afrika in vijf jaar heeft doorgemaakt. Ondanks dat hier en daar enige zelfingenomenheid om de hoek komt leest men dit verslag geboeid, omdat het die zijden van Zuid-Afrika toont, die te veel in de schaduw blijven bij wat er over dit land wordt gepubliceerd.
P.K.