Neerlandia. Jaargang 69
(1965)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermdNederlandse AntillenVijfde zitting adviesraad voor culturele samenwerkingUit de rede, uitgesproken door mr. H.J. Reinink (directeur-generaal voor de kunsten en voor de internationale culturele betrekkingen), ter gelegenheid van de opening van de 5e zitting van de Adviesraad voor culturele samenwerking tussen de landen van het Koninkrijk, die op 11 januari plaats vond in de vergaderzaal van de Raad van ministers in Willemstad (Curaçao), halen we het volgende aan: Ik acht - aldus mr. Reinink - de tijd gekomen dat de Adviesraad zich intenser gaat bezighouden met de omstandigheden waarin het werk moet worden gedaan. Zo dient de vraag onder ogen te worden gezien van de taakafbakening tussen de SticusaGa naar voetnoot*) en de regeringen van de Rijksdelen opdat, ingeval bepaalde zaken ongedaan blijven, duidelijk zij welke instantie daarvoor verantwoordelijk is. In de tweede plaats is mr. Reinink van mening, dat in de gebiedsdelen, waarin de culturele centra werken, nationale organisaties zullen bestaan, die de prioriteiten voor het gehele gebied kunnen vaststellen, zodat de Sticusa zich bij het beschikbaarstellen van bedragen kan onthouden van het doen van keuzen, die allicht worden uitgelegd als bemoeizucht met de interne problemen dezer gebieden. Aan het slot van zijn rede droeg mr. Reinink de leiding van de Raad over aan de heer J.H. Beaujon. De Nederlandse leden voor deze 5e zitting zijn: mr. H.J. Reinink, mr. J.M.L.Th. Cals, oud-minister van O.K. en W., lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal en prof. mr. W.F. de Gaay Fortman, hoogleraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. |
|