Beginselakkoord over Grondwetherziening
Nadat gedurende maanden tevergeefs overleg werd gepleegd in een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de drie traditionele partijen (C.V.P., B.S.P. en Liberalen), kwam het op 22 december 1964 eindelijk tot een akkoord over de grondwetsherziening, die op de eerste plaats de moeilijkheden tussen Vlamingen en Walen moet uitschakelen.
De werkgroep heeft aan een redaktiekomitee opdracht gegeven de teksten van het akkoord uit te werken. Deze teksten zullen op 13 januari 1965 aan een uitgebreide rondetafelconferentie worden voorgelegd en door de leden van de werkgroep worden verdedigd.
De moeilijkheden om dit akkoord te bereiken kwamen uit drie richtingen. De Waalse socialisten eisten afdoende middelen om de minorizatie van het regressieve Wallonië te voorkomen. In omgekeerde zin eiste de Vlaamse C.V.P. waarborgen voor de normale demokratische ontplooiing van Vlaanderen. De Brusselse Liberalen verzetten zich tegen de afbakening van eentalige taalgebieden, omdat huns inziens dit beginsel de taalvrijheid zou vernietigen.
Thans schijnt over al deze problemen een uitgebreid akkoord te zijn bereikt tussen de vertegenwoordigers van de drie grote partijen, maar de beginselen van dit akkoord werden vooralsnog niet bekendgemaakt om alle problematieken en perskommentaren te vermijden vooraleer het akkoord op de rondetafelconferentie van 13 januari in zijn geheel werd verdedigd en verklaard.
J.S.
Naschrift. De partij voor Vrijheid en Vooruitgang (P.V.V.) heeft onder de druk van de Franstalige Brusselse liberalen, die in de partij de slechtste positie innemen, het akkoord achteraf toch niet aanvaard. Deze Brusselse liberalen willen bij de a.s. parlementsverkiezingen de anti-Vlaamse kaart, die hun bij de gemeenteraadsverkiezingen reeds succes bracht volledig uitspelen.
De beide regeringspartijen, B.S.P. en C.V.P., zijn nu gezamenlijk tot een akkoord over de grondwetsherziening gekomen.