Boekverspreiding in 1964
Het is niet gemakkelijk een stukje te schrijven over het onderwerp boekverspreiding zonder in een dorre opsomming van namen en getallen te vervallen. Op zichzelf is deze afdeling van het A.N.V. hoewel niet spectaculair toch belangwekkend en belangrijk.
Belangwekkend omdat men ervaart dat er zoveel Nederlanders op alle mogelijke plekjes in de wereld zitten die uit alle macht proberen een stuk Nederlandse cultuur in hun vaak kleine kring te bewaren en aan hun kinderen door te geven, en ze tevens onze taal naast de nieuwe landstaal te doen behouden.
Belangrijk, omdat wij deze gemeenschappen kunnen steunen en helpen. Dikwijls werken zij immers met primitieve hulpmiddelen naast grote toewijding aan het behoud van onze taal en cultuur.
Wij denken hier in het bijzonder aan de nederzettingen in Argentinië en Brazilië die met weinig beschikbaar geld, maar veel vrijwillige en toegewijde hulpkrachten scholen en bibliotheken in stand houden en verzorgen. De volwassen bevolking heeft er een grote leeshonger en dus veel behoefte aan Nederlandse lectuur. Eenmaal per jaar krijgt men daar van ons een aanvulling voor de uitleenbibliotheken. Zo zonden wij boeken naar Carambeï in Brazilië en Tres Arroyos en Mar del Plata in Argentinë.
Op aanvrage zonden wij naar Carambeï, Castrolanda en Tres Arroyos ook een speciale zending lees- en leerboeken voor de Nederlandse scholen aldaar, in hoofdzaak betrekking hebbende op Nederlandse taal, geschiedenis en aardrijkskunde.
Voor de Nederlandse Coöp. ‘Holambra’ in de Fazenda Ribeirao, die na enige harde jaren een bloeiende gemeenschap opbouwde en behoefte heeft aan meer culturele ontwikkeling, zonden wij een aanvulling voor de verouderde bibliotheek bestaande uit moderne litteratuur en culturele werken. Natuurlijk moeten wij daarbij wel eens improviserend te werk gaan en dan krijgt men een zending van ons waarvan wij zelf denken: ‘hoe zal dat uitvallen, zal het wel 't juiste zijn?’ Verheugend is het wanneer men als reactie dan een enthousiaste dankbrief krijgt waarin staat: ‘U vraagt of we voor later een gedetailleerd lijstje willen insturen van de leermiddelen die we zo graag zouden willen hebben, wilt u echter geloven dat zo'n verrassingspakket veel mooier voor ons is. Het was zo echt van alles wat, je zou zelf nooit op de gedachte gekomen zijn om zoiets te vragen. De belangstelling groeit, en met zulk nieuw en aantrekkelijk materiaal kan ieder zich uitleven. Voor sommigen is Nederland het geboorteland van vader of moeder, van anderen zelfs van groot- of overgrootvader. Dat neemt echter niet weg dat ze de Nederlandse lessen allemaal fijn vinden, en wat lezen betreft niemand aansporing behoeft.’
Ook in Duitsland bestaan op vele plaatsen Nederlandse cursussen, georganiseerd door de Nederlandse Bond in Duitsland opdat kinderen van leden der aangesloten verenigingen de moedertaal niet te zeer zullen verleren, maar die goed en zuiver blijven spreken en schrijven. Wij verzorgden voor hen kinder- en jeugdlectuur benevens lees- en taalmethodes die wij zonden naar Emden, Essen, Keulen, München en Neukirchen.
Wij kregen dit jaar contact met enige Nederlandse gemeenschappen in Frankrijk, waar een aantal geëmigreerde boeren aan het pionieren zijn om een nieuwe toekomst voor zichzelf en hun kinderen op te bouwen. 's Zomers is er daar te veel werk op het land om rustig tot lezen te komen, doch in de winter is Nederlandse lectuur er zeer welkom, vooral ook voor de ouderen onder hen die het Frans niet zo snel meer onder de knie krijgen als de jeugd.
Zo stuurden wij voor de Nederlandse bibliotheek in het district Lot et Garonne uitsluitend boeken voor volwassenen, daar de kinderen er vrijwel alleen nog maar Frans kunnen lezen. Daarentegen achtte men in Chantillon-Coligny (Loiret) het zeer belangrijk, goede ontwikkelingsen ontspanningslectuur voor de jeugd te krijgen; men schreef ons: ‘Er zijn hier dus inderdaad een aantal jongelui (van 12-18 jaar) die vrij goed Nederlands spreken, lezen en schrijven. U begrijpt de jeugd moet terwille van een goede integratie voortreffelijk de Franse taal beheersen, maar het zou een verarming in tal van opzichten betekenen wanneer deze loten van de Nederlandse stam niet meer via de wortels van de Nederlandse taal konden putten uit de rijke Nederlandse cultuurbodem. Vandaar dat we op onze school dit jaar weer een serieuze poging willen doen enkele uren Nederlandse taal en cultuur per week aan de kinderen te geven.’
In dit geval bemiddelen wij ook tot het verkrijgen van leerboekjes in het Frans-Nederlands en zonden een 45-tal boeken voor volwassenen en de middelbare schooljeugd.
Een andere activiteit van de boekverspreiding is het beschikbaarstellen van ‘prijsboeken’. Wij zonden naar Kaapstad 25 boeken voor die leerlingen van middelbare scholen die met de hoogste cijfers voor Nederlands hun eindexamen haalden alsmede een aantal prijsboeken voor de Mulo eindexaminandi op Aruba. Vijf boeken werden als tombola-prijzen beschikbaar gesteld voor de Peter-Benoitharmonie te Brussel en 3 kunstboeken als prijzen voor een openlucht teken- en schilderwedstrijd van de kunstkring van de Stedelijke Beroeps- en Nijverheidsschool te Lokeren. Naar de Kon. Mij. ‘De Melomanen’ te Sint Amandsberg gingen 30 boeken bestemd als prijzen voor een wedstrijd in voordrachtskunst op 22 en 23 februari 1964.
Eveneens 8 prijsboeken voor een declamatiewedstrijd van jongere leden van de vriendenkring de Korenbloem te Antwerpen op 14 en 15 maart, en aan 5 geslaagde leerlingen met de beste Nederlandse uitspraak van de kadettenschool te Lier en Laken.
Wij hielpen bij de opbouw van nieuw opgerichte Nederlandse bibliotheken te Durban (Zuid-Afrika), Hoegaarden (België), Mülheim-Ruhr en Recklinghausen in Duitsland. Aanvullende boekzendingen gaven wij voor de reeds bestaande Nederlandse bibliotheken te Hamilton, Invercargill, Quebec, Sarmiento, Sydney (voor 3 bibliotheken), Windhoek in Zuid-Afrika, Winnipeg, Ottawa, Recklinghausen, Bonn, Bottrop, Bochum, Brüggen, Düsseldorf, Gelsenkirchen, Keulen, Marl, Pullheim, Wielen en het Willemsfonds afd. Landen te Overwinden. Met uitsluitend literaire werken en moderne Nederlandse en Vlaamse romans bedachten wij de Nederlands-Vlaamse afdeling van de Staats-bibliotheek te Pretoria, en de Australian Netherlands Cultural League te Thornbury, en de Nederlandse landbouw nederzetting Nao-Me-Toque in Brazilië.
In totaal verzonden wij dit jaar ruim 3000 boeken. Graag zouden wij meer willen doen, doch de kosten van boeken en porti bewegen zich steeds in stijgende lijn, wat ons werk niet vergemakkelijkt. Bijzonder erkentelijk zijn wij dan ook voor de steun die wij van het Prins Bernhard Fonds t.b.v. de boekverspreiding mochten ontvangen. Om op peil te blijven moeten wij steeds onze verzendvoorraad aanvullen met recente werken daar de oudere romans al in vorige zendingen zijn meegegaan. Het vergt tijd en aandacht ons telkens opnieuw te verdiepen in de zeer uiteenlopende behoeften van iedere aanvragende groep. Immers elke kolonie is zowel intellectueel als godsdienstig anders georiënteerd en wij streven ernaar daarmede zoveeel mogelijk rekening te houden.
Elke aanvrage wordt daartoe ook apart onder de loep genomen. Uit vele gevallen hebben wij gelukkig kunnen vaststellen dat wij in de meeste gevallen in de roos hebben geschoten en ervaren dat onze boekenactiviteit zeker in een behoefte voorziet en meewerkt aan de instandhouding van onze taal en cultuur.
T.L.E. Dommisse-Wouters.