Neerlandia. Jaargang 68

Nederlandse Antillen

Theaterplannen voor Curacao

Op verzoek van de Adviesraad voor Culturele Samenwerking in het Koninkrijk is de theaterdeskundige W. Vesseur naar de Ned. Antillen vertrokken en heeft daar samen met architect F. Zingel, gevestigd op Curaçao, de plannen bestudeerd voor het bouwen van een theater op Curaçao, dat echter niet moet worden gezien als een zuiver Curaçaose aangelegenheid, maar als een zaak, die de gehele gemeenschap van de Ned. Antillen raakt, omdat het theater van Willemstad het middel zal moeten worden om de culturele gevoelens van het Antilliaanse volk naar buiten uit te dragen.

De kosten zijn beraamd op f 1.114.000, waarvan de Ned. regering f 514.000 Ant. Crt. voor haar rekening zal nemen. Het resterend bedrag van f 600.000 zullen de overheid van de Antillen en het actiecomité, elk f 300.000, betalen.

Het theater, dat vermoedelijk zal worden gebouwd nabij het landhuis Poos Cabaai op terrein van de Shell, zal plaats bieden aan maximum 783 personen. Gedacht is aan mogelijkheden voor toneel, concerten en televisieprogramma's.

Nieuwe culturele publikaties

De Antilliaanse minister van Cultuur en Opvoeding wil komen tot een geregelde uitgave, onder meer in de Engelse en

[p. 130]

Spaanse taal, over de culturele activiteiten in de Nederlandse Antillen, teneinde de culturele uitwisseling met de omliggende landen in het Caribisch gebied te bevorderen.

Het eerste nummer bevat een overzicht van de literatuur in de Nederlandse Antillen van de schrijver Cola Debrot (gouverneur der N.A.) met een Engelse vertaling door mevrouw Debrot-Reed. De redactie van de nieuwe uitgave is in handen van drs. R. Römer, hoofd Bureau Cultuur en Opvoeding.

Stichting ‘Aruba nostra’

De nog jonge stichting ‘Aruba Nostra’, die zich o.a. ten doel stelt, de vondsten in de Arubaanse bodem en het natuurschoon van Aruba te beschermen, heeft in een zaal van de Arubaanse schouwburg een tentoonstelling gehouden van vondsten uit de periode van vóór de komst van de Spanjaarden, dus van Indiaanse artifacten en urnen en voorwerpen uit de periode 1500-1630. Deze eerste tentoonstelling trok zeer veel belangstelling.