Neerlandia. Jaargang 68

Vlaanderen

11 juli 1964

Zowat in geheel Vlaanderen is door Gemeentebesturen en plaatselijke verenigingen de Guldensporenslag 1302 herdacht.

In tegenstelling met vorig jaar, toen in de parlementaire keuken de taalkwestie op kookpunt stond, hing nu over de herdenking de schaduw van een op politiek en cultureel gebied zwaar te verbeiden jaar (gemeenteverkiezing in oktober '64; wetgevende verkiezingen in mei 1965) met als inzet de grondwetsherziening, de benoeming van extra-parlementsleden voor de 500.000 in het parlement niet vertegenwoordigde Vlamingen met als tegenhanger ev. grondwettelijke waarborgen aan de 40% voor het Vlaamse ‘imperialisme’ beduchte Walen.

In alle toespraken werd het accent gelegd op de totaal gewijzigde Nederlandse cultuursfeer in nauwelijks één eeuw Vlaamse geschiedenis, (o.m. Minister Van Elslande in een radiotoespraak op 11 juli).

Het trotse besef tot het Nederlandse taalgebied te behoren brengt de consequentie mee van een enge culturele gebondenheid met Rijksnederland welke moet gedijen tot volslagen culturele integratie, betoogde Senator Leynen in ‘Het belang van Limburg’. De integratie van 17 miljoen Nederlandssprekenden zal de uitstraling van onze cultuur in de wereld o.m. door de uitbouw van het wetenschappelijk onderwijs ten goede komen (Burgemeester L. Craeybeckx te Antwerpen).

Op een elf-juli herdenking te Kortrijk, in de vorm van een Noord-Nederlandse kleinkunstavond door het Jong-Davidsfonds georganiseerd, liet mr. J. Fleerackers, 2e secretaris van ons Verbond, een kritischer geluid horen. Hij betoogde dat zonder integrale culturele autonomie voor de Nederlandse en Franssprekende groepen in België een werkelijke integratie nooit volledig zal mogelijk zijn. Godfried Bomans zei op dezelfde avond dat hij bewondering had voor de Vlamingen ‘die al eeuwen op de frontlinie stonden, terwijl het Noorden in de cantine gezellig thee zat te drinken.’

Te Kortrijk verleende het Scapino-ballet uit Amsterdam op geslaagde wijze medewerking aan een 11-julifeest door het Nationaal Guldensporencomité (B.R.T., Economische Raad, Kultuurraad en het Kortrijkse gemeentebestuur), in openlucht georganiseerd.

Voor het spreekverbod, bij deze gelegenheid opgelegd aan dr. P.C. Paardekooper, verwijzen wij naar een redactioneel kommentaar elders in dit nummer.

Nederlandstalig onderwijs in Brussel

Dat Vlamingen blijven vechten voor de rechten van de Nederlandstaligen in België en in het bijzonder te Brussel heeft de Brabantse Gouwdag weer eens bewezen. Daar hielden mevrouw Van der Meersch en de heer J. van Overstraeten (van de Vlaamse Toeristen Bond) een krachtig pleidooi voor het bevorderen van het Nederlandstalig onderwijs te Brussel, pleidooien die door de aanwezigen met een ovatie werden beantwoord.

Ten aanzien van dit onderwijs nam de Gouwdag de volgende resoluties aan:

Gevraagd werd de oprichting van Nederlandstalige kleuterklassen in elke wijk, zo mogelijk samen met eerste graadklassen. De lagere scholen moeten oordeelkundig verspreid worden, degelijk uitgerust en moeten een eigen directie per school krijgen. Gunstige normen voor splitsing der klassen voor Nederlandstalig onderwijs in het Brusselse is nodig, en ook het klimaat moet verbeteren. De ouders moeten hun rechten opeisen en inzien dat de toekomstmogelijkheden na het Nederlandstalig onderwijs even groot zijn als die van het Franstalig. Een grondige kennis van de moedertaal is de beste basis voor meertaligheid; een verfijnde taal thuis (ABN) is de beste voorbereiding op het verdere welslagen van het onderwijs.