Kort Verslag
van de bijzondere algemene verbondsvergadering gehouden op zaterdagmiddag 25 januari 1964 in Breda.
In zijn openingswoord deelde de voorzitter mede, dat deze bijzondere algemene verbondsvergadering uitsluitend werd gehouden in verband met het bepaalde in artikel 17 der statuten en ter goedkeuring van een nieuw artikel in het huishoudelijk reglement. Aan de pers zullen geen mededelingen worden verstrekt. Van verschillende hoofdbestuursleden was bericht van verhindering ontvangen. In totaal werd de vergadering bezocht door 29 verbondsleden, onderscheidenlijk behorende tot acht afdelingen.
Alvorens tot de behandeling van de dagorde over te gaan, deed de voorzitter op verzoek van een lid van de afdeling 's-Gravenhage mededeling van een ingekomen brief van mr. Van Heijningen, die mede namens een aantal leden stelde, dat door de afdeling 's-Gravenhage reglementair geen vertegenwoordiger voor deze vergadering is aangewezen, zodat bij eventuele stemming namens deze afdeling geen rechtsgeldige stem kan worden uitgebracht. Het hieruit voortvloeiende dispuut leidde ertoe, dat de ter vergadering aanwezige doch in de kwaliteit van vertegenwoordiger van de afdeling Den Haag aangevochten functionaris, verklaarde zich in deze hoedanigheid terug te trekken ter voorkoming van verdere discussie over de al of niet rechtmatigheid van zijn mandaat.
Vervolgens stelde de voorzitter aan de orde de verkiezing van de leden van het hoofdbestuur en hiermede samenhangend de vaststelling van de verbondsbelangen, zoals bedoeld in artikel 8 onder 3 der statuten, die in het hoofdbestuur door een speciaal daartoe aan te wijzen lid zullen worden behartigd.
Bij acclamatie werden de aftredende leden van het dagelijks bestuur voor de ondervolgende functies gekozen:
algemeen voorzitter: F. Koote
plaatsvervangende voorzitters: P. Korthuys, Dr. jur. G.R. Piryns
secretaris: Mr. W.L. Bicker Caarten
2e secretaris: Mr. J. Fleerackers
penningm.: C. van Leeuwen
De benoeming is conform de statuten voor drie jaren; elk jaar treedt een derde der leden af die terstond herkiesbaar zijn. De vergadering ging ermee akkoord, dat voor de eerste maal het rooster van aftreden als volgt wordt vastgesteld:
1965 de hh. Bicker Caarten en Piryns,
1966 de hh. Korthuys en Van Leeuwen,
1967 de hh. Fleerackers en Koote.
Bij de bespreking van de door het aftredende hoofdbestuur bij circulaire van 10 december 1963 aan de afdelingsbesturen voorgestelde verbondsbelangen, voor de behartiging waarvan - naar het voorkomt - een speciaal lid dient te worden aangewezen, rees de vraag of deze belangen reeds in deze vergadering moesten worden vastgesteld. Men zou graag eerst een toelichting omtrent die belangen in ‘Neerlandia’ zien opgenomen. Nadat van de zijde van het bestuur erop was gewezen, dat over dit onderwerp in het afgelopen jaar herhaaldelijk en uitvoerig was gesproken en het voor een vlotte en doeltreffende taakvervulling van het bestuur wenselijk is dat, althans voor een aantal verbondsbelangen, reeds in deze vergadering een speciaal hoofdbestuurslid wordt aangewezen, met wie het dagelijks bestuur dan regelmatig contact kan onderhouden, werd goedgevonden dat de navolgende belangen door een speciaal hoofdbestuurslid zullen worden behartigd:
1. | De Noord- en Zuidnederlandse culturele betrekkingen (kortheidshalve te noemen de Noord-Zuid werking):
Voorlopig de heer J.P.M. Meuwese, lid van het bestuur van het voormalige Genootschap ‘De Nederlanden in Europa’. Het is de bedoeling, dat zodra de werkgroep ‘De Nederlanden in Europa’ zal zijn opgericht, het hoofdbestuur in overleg met deze groep daaruit een vertegenwoordiger zal voordragen. |
| |
2. | De culturele betrekkingen met Frans-Vlaanderen:
De heer André Demedts, voorzitter van het Komitee voor de Frans-Vlaamse Kultuurdagen te Kortrijk. |
| |
3. | De culturele betrekkingen met de Republiek Zuid-Afrika:
Voorlopig de heer R. Kroes, inlichtingsattaché van de Zuidafrikaanse ambassade in Den Haag. |
| |
4. | Het maandblad ‘Neerlandia’:
Dr. A.W. Willemsen, lid van de redactie van het maandblad |
De vergadering sprak zich uit voor de wenselijkheid dat de culturele betrekkingen met Noord- en Zuidnederlandse landgenoten overzee in het hoofdbestuur door een speciaal lid (zo nodig door twee leden) worden behartigd. Op dit moment is het nog niet mogelijk een voordracht daartoe te doen.
De overige door het hoofdbestuur genoemde verbondsbelangen t.w.:
de culturele betrekkingen met de Nederlandstalige bevolking in het Overmase,
de culturele betrekkingen met Nederlanders in Duitsland,
de Nederlandse culturele betrekkingen in het overige West-Europa (buiten Vlaanderen),
de jongerencontacten in Noord- en Zuid-Nederland,
de inrichting der Nederlandse Congres-