Neerlandia. Jaargang 67
(1963)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
A.N.V. NieuwsHet Vlaamse probleem in BrusselOp 12 maart sprak Dr. M. van Haegendoren, conservator bij het Rijksarchief te Brussel en voorzitter van de Lodewijk de Raetstichting, in het Parkhotel in Den Haag voor de leden van de afdeling 's-Gravenhage van het Algemeen Nederlands Verbond en de Belgische Vriendenkring over het onderwerp:
Dr. M. van Haegendoren
| |
De Vlaamse Beweging nu en morgenIn zijn betoog benaderde de spreker de problemen van de Vlamingen onder meer vanuit demografisch en sociaal-economisch standpunt. Het Waals probleem komt, aldus Dr. Van Haegendoren, hierop neer dat de Nederlandssprekenden numeriek de meerderheid vormen (60%), maar economisch, politiek en qua ontwikkelingsgraad de minderheid. Zelfs bij een zeer ongunstige demografische situatie in Wallonië heeft men meerdere malen aan dit gebied de voorkeur gegeven als vestigingsplaats voor nieuwe bedrijven. Een enkele keer ging dit zelfs zó ver, dat er dan in Vlaanderen bedrijven moesten worden opgeheven.Ga naar eind*) Het gevolg hiervan is een sterke dagelijkse verplaatsing van arbeidskrachten, het forensisme, met alle sociale nadelen van dien. Voor de Vlamingen heeft het echter nog een extra nadeel, omdat zij veelal in een voor hen vreemde omgeving moeten werken en gedwongen worden dagelijks twee kultuurgemeenschappen te dienen. Dat is in het algemeen onmogelijk en draagt niet bij tot een verdieping van het eigene. Op basis van de planologie en de ruimtelijke ordening is in België de regionale politiek en de streekontwikkeling nog niet sterk ontwikkeld. Het Brusselse centralisme heeft nog te veel zeggenschap. Gezonder is evenwel nieuwe bedrijven dáár te plaatsen, waar een ruime arbeidsmarkt mogelijkheden tot uitbreiding schept. Zulks is in Vlaanderen het geval. Spreker was in dit opzicht optimistisch. In het algemeen Europees streven naar gewestelijke streekontwikkeling zal ook Vlaanderen, juist op grond van een gezonde volksopbouw, langzamerhand diè economische positie gaan innemen, die het toekomt. Hier ligt niet alleen een stukje achterstand, maar hier is tevens sprake van achterstelling. Het is noodzakelijk voor een volledige emancipatie van Vlaanderen en de Vlamingen, dat tegelijkertijd de algehele vervlaamsing van het bedrijfsleven in het Vlaamse land wordt doorgevoerd. Slechts dan zal men een gezonde verticale bevolkingsopbouw krijgen met een eigen Vlaamse toplaag, die in de plaatselijke gemeenschap functioneert. De sociale taalgrens, die in Vlaanderen nog maar al te vaak te vinden is tussen de midden- en hogere groepen, zal dan verdwijnen hetgeen een doorstroming van laag naar hoog in een eigen Vlaamse gemeenschap zal vergemakkelijken en zelfs bevorderen. Er groeit aldus een eigen Vlaams ‘voorbeeld’ en men behoeft niet langer naar ‘het Franse’ op te zien. Men dient de gevolgen te aanvaarden van het Nederlands karakter van Vlaanderen. De problemen die hieruit voortvloeien kunnen echter, gezien de nog steeds zeer krachtige Brusselse groep, slechts met behulp van de Walen volledig worden opgelost. Spreker sprak over de Walen als ‘medespelers’ en niet als tegenstanders. De Walen, in het algemeen zelfs de Franstaligen vormen toch in België een minderheid, waardoor een sterke vrees is gegroeid mettertijd overstemd te worden. Welnu, wanneer de Walen de volstrekte homogeniteit van Vlaanderen als Nederlands gebied willen aanvaarden, zelfs zonder ongezonde exterritoriale Franse uitzonderingen, dan is men van Vlaamse zijde bereid, in weerwil van een numerieke meerderheid van Vlamingen in de Staat en in ruil voor volkomen gelijke rechten te Brussel, een pariteit in de Senaat en zelfs in de budgetten te aanvaarden en te garanderen.
Brussel was in deze lezing de alfa en de omega. De vroeger zeer Vlaamse stad Brussel ontwikkelt zich meer en meer als een Franstalig economisch en politiek centrum, maar het is geen geestelijke aantrekkingspool voor alle Belgen. De Vlaamse Beweging hecht veel waarde aan het behoud van de Vlaamse rechten in Brussel. | |
[pagina 54]
| |
Daarna volgde een korte schets over het ontstaan van de Vlaamse Beweging, ontstaan onmiddellijk na de oprichting van de Belgische Staat in 1831 als de natuurlijke reactie tegen de achterstand en de verwaarlozing van Nederlandssprekend België. In haar oorsprong leunde zij aan bij de liberale emancipatiebeweging van de 19e eeuw en werd sterk geïnspireerd door de toenmalige nationale romantiek. De Vlaamse Beweging streefde hoofdzakelijk naar de herwaardering van taal en cultuur. Na de moeilijke jaren van ontwikkeling en groei, mag de Vlaamse Beweging er trots op gaan, dat zij een stuk Europees cultureel erfgoed van de ondergang heeft gered en tot nieuwe ontwikkeling heeft gebracht. Zij heeft het aanschijn van België gewijzigd en is bezig de Vlamingen uit hun politieke en sociale minderheidspositie te bevrijden.
Dr. Van Haegendoren ging ook in op de taal en het onderwijs. De achterstand van de Vlamingen bij het universitair onderwijs, in de hogere rangen van het leger en in de burgerlijke overheidsdiensten werd met nadruk aangeduid en toegelicht met sprekende cijfers.
Spreker eindigde met nogmaals te wijzen op Brussel. Hij was optimistisch gestemd omtrent de ontwikkeling van het Nederlands karakter van de Vlaamse gewesten, doch minder gerust over de positie van de Nederlandse kultuur te Brussel. De Vlamingen weten dat Brussel voor hen nog geen hoofdstad is. Men gevoelt er zich niet thuis. Zij weten dat Brussel steeds groter, steeds machtiger en rijker, steeds uitdagender wordt. Overigens een normaal eigentijds fenomeen van uitbreiding van de grote steden. Maar de Vlamingen vrezen een verdergaande verdrukking door bepaalde centralistische kringen en hoe homogeen Nederlands Vlaanderen ook zal worden, toch zal men economisch en kultureel tot tribalisme, tot provincialisme gedoemd zijn, als men te Brussel niet een rechtmatig aandeel in de dienende en verzorgende taak van de hoofdstad, de hoofdstad óók van de Vlaamse Belgen, bevecht.
Momenteel zijn in de Kamer van volksvertegenwoordigers een 500.000 Vlamingen niet vertegenwoordigd. Men eist daar weliswaar een zetelaanpassing, doch, indien de Walen de Vlamingen te Brussel gelijke rechten willen garanderen, daar de Vlamingen in de hoofdstad door een numerieke minderheid dat niet kunnen afdwingen, dan zullen de Vlamingen, zoals hierboven reeds werd opgemerkt, de Walen gelijke rechten in de Staat garanderen, zulks ondanks de Waalse minderheid. Van de gelijkheid te Brussel, de gelijkheid in de Staat en de homogeniteit der beide kultuurgemeenschappen is de eerste wellicht nog wel de belangrijkste voor Vlaanderen. De andere wensen voor Vlaanderen worden immers door een algemene Europese ontwikkeling gesteund, doch te Brussel zal men vooreerst tegen de stroom moeten oproeien. Misschien is een nieuw statuut voor Brussel te bereiken met een paritair beheer door Franstaligen en Nederlandstaligen. Dit is echter slechts mogelijk met behulp van de Walen.
Na de pauze werden er vragen gesteld, die door dr. Van Haegendoren dikwijls op geestige wijze werden beantwoord. Hoewel de lezing als titel droeg: ‘De Vlaamse Beweging nu en morgen’ heeft de spreker zijn pas onder die titel verschenen boek niet aangehaald, maar deze lezing was een prikkel tot het kopen hiervan, hetgeen die avond dan ook door velen werd gedaan. Het is uitgegeven bij Heideland in Hasselt en werd besproken in het december nummer van Neerlandia, 1962. De avond werd geopend en gesloten door Dr. W.A. Veenhoven en bijgewoond door Z.Exc. F.X. baron van der Straten-Waillet, ambassadeur van België en de heer H.S.P. Aelvoet, directeur van de kanselarij van de Belgische ambassade. Ook de vier in Noord-Nederland woonachtige leden van het dagelijks bestuur van het Algemeen Nederlands Verbond waren aanwezig. Drs. J. Kits Nieuwenkamp. |