De Vlaamse positie in het Belgische leger
Onlangs publiceerde het dagblad De Standaard uitvoerige tabellen waaruit bleek, dat bij het huidige bevorderingsstelsel voor officieren een strikt taalevenwicht tot in de hoogste rangen van het Belgische leger pas tegen 1990 te verwachten was (in de laagste officiersrangen bestaat sedert enkele jaren een billijk evenwicht). De juistheid van deze tabellen werd nauwelijks betwist. Het is te begrijpen, dat ze in Vlaanderen groot opzien gebaard hebben.
Samen met enkele andere Vlaamse C.V.P.-senatoren heeft senator De Boodt, voorzitter van de Vlaamse C.V.P.-groep in de Senaat en voorzitter van de Senaatscommissie voor landsverdediging, nu een wetsvoorstel ingediend tot oprichting van taalkaders in het leger. Dit voorstel behelst: oprichting van taalkaders voor officieren en onderofficieren, die hun volledige carrière in één kader zullen maken; de kaders staan in verhouding tot het globale aantal Nederlandstalige, resp. Franstalige militairen, inbegrepen dienstplichtigen; het voorgaande wordt onmiddellijk toegepast voor de subalterne officieren, terwijl een overgangsperiode van 8 jaar is voorzien voor de trapsgewijze toepassing van de wet voor de hoofd- en opperofficieren.