Voorlichting over de Nederlandse Antillen
In ons vorige nummer werd, bl. 181, een kort verslag geplaatst over een toespraak van de Surinaamse minister Mr. R.H. Pos over de voorlichting in en over zijn land. Op diezelfde pagina werd over de culturele uitwisseling tussen Nederland en de Nederlandse Antillen geschreven. De 21e november heeft de heer H. Dennert, chef voorlichting van het kabinet van de Nederlandse Antillen, voor het Contact Centrum op Voorlichtingsgebied - waarvoor ook minister Pos zijn lezing had gehouden - gesproken over de voorlichting op die eilanden.
Ten aanzien van de voorlichting naar buiten, met name in Zuid-Amerika, betoogde hij, dat daar de nog altijd heersende opvatting, dat de Antillen een kolonie van Nederland zijn, moest worden weggewerkt. Deze zes eilanden in het Caraïbische gebied hebben een zelfstandige status binnen het Nederlandse koninkrijk, evenals Suriname.
Nadat die autonomie in december 1954 tot stand kwam, is de voorlichting systematisch ter hand genomen. Het doel daarvan is de eilanden bekend te maken als aantrekkelijke gebieden voor investering en oprichting van industrieën ten einde voor de snel toenemende bevolking de nodige werkgelegenheid te verkrijgen, en ze als toeristenoorden onder de aandacht, vooral van het omliggende vasteland, te brengen. De Antillen liggen op de drempel tussen Amerika en Europa, aldus de heer Dennert, er heerst sociale rust en de industrie geniet er het voordeel van lage belastingen.
Voor de toerist en ook de bezoekende zakenman zijn er moderne hotels en goede markten. Men zou ze het winkelcentrum van het Caraïbische gebied kunnen noemen. Ze vormen een internationaal trefpunt voor de handel en ook voor de sport: ze bieden gelegenheid voor internationale sportwedstrijden, o.a. op schaakgebied.
Naar Noord- en Zuid-Amerika geschiedt de voorlichting in het Engels en het Spaans: de beide Amerika's toch zijn in economisch opzicht voor de Antillen het belangrijkst.
Dat ook voor Nederland de verspreiding van meer kennis over deze eilanden in de West nodig is, zal wel ieder Nederlander beamen. Het zijn immers delen van ons koninkrijk.