Herdenking Koningin Wilhelmina in Zuid-Afrika
In hetzelfde historische kerkgebouw der Ned. Hervormde gemeente te Pretoria waarin, tijdens zijn bezoek aan Zuid-Afrika, Z.K.H. Prins Bernhard een dienst bijwoonde en een krans legde aan de voet van de gedenkplaat ter gedachtenis aan de tijdens de Anglo-Boerenoorlog gesneuvelde Nederlanders en oud-Nederlanders, leidde Prof. Dr. S.P. Engelbrecht op zondag 2 december j.l. een rouwdienst ter herdenking aan het heengaan van Koningin Wilhelmina.
Deze dienst werd door de ‘Suid-Afrikaanse Uitsaai Korporasie’ over de lengte en breedte van de Republiek verspreid en droeg tevens een officieel stempel doordat Z.Exc. Dr. Albert Hertzog de regering van de Republiek van Zuid-Afrika vertegenwoordigde, terwijl ook diverse vertegenwoordigers van de Nederlandse Ambassade in het kerkgebouw aanwezig waren.
Prof. Dr. Engelbrecht nam als tekst Hebr. 11, en daarvan het laatste deel van vers 27 en bracht dank voor hetgeen H.M. Koningin Wilhelmina tijdens Haar lang regeringstijdperk voor haar land en volk, de wereld en ook Zuid-Afrika had mogen doen.
De oud-hoogleraar wees o.a. op de betekenis van het Huis van Oranje voor Nederland en Zuid-Afrika en, met verwijzing naar zijn tekst, op de bron van kracht, de geloofskracht, het bouwen op het onzienlijke en onzichtbare.
Daarvan getuigden Prins Willem van Oranje, de grondlegger van de Nederlandse Staat en het Protestantisme in Nederland en Zuid-Afrika; Koning-Stadhouder Willem III als de handhaver van het Protestantisme in Engeland en Koningin Wilhelmina.
Oranje leefde in de harten van de Voortrekkers, in Transvaal in de dagen der Zuid-Afrikaanse Republiek en tijdens de Anglo-Boerenoorlog liet het uitsturen van de ‘Gelderland’ door Koningin Wilhelmina blijvende indrukken in Zuid-Afrika na. Strijdende Boeren wisten, aldus drukte spreker zich uit, dat Staatspresident Kruger veilig was bij Koningin Wilhelmina. Na de Vrede van Vereeniging getuigde niemand minder dan generaal C.R. de Wet van de Nederlandse vorstin dat zij de enigste man op de tronen van Europa was. Na de totstandkoming van de Unie wees oud-President M.T. Steyn op het Huis van Oranje dat zo nauw verbonden was met het lot van de Voortrekkers en sprak hij de wens uit dat de Allerhoogste Koningin Wilhelmina mocht zegenen en sparen. In 1940 bezong de dichter Totius de mystieke band tussen Oranje, Nederland en Zuid-Afrika, en sprak van een verborgen eenheid.
Naar aanleiding van zijn tekst besloot Prof. Dr. Engelbrecht zijn rede door er op te wijzen dat onze kracht ligt in de wereld van de Allerhoogste die zal blijven waken.
De indrukwekkende dienst werd afgesloten met het zesde couplet van het ‘Wilhelmus’.
Dr. JAN PLOEGER.