Neerlandia. Jaargang 66

[De Eerste Kamer en ‘Neerlandia’ (vervolg)]

vroegen deze leden verder - en zij hechten er waarde aan zulks in deze paragraaf naar voren te brengen -, welk gewicht moet worden toegekend aan een tekening, voorkomende in het tijdschrift ‘Neerlandia’ van het Algemeen Nederlands Verbond (editie van januari 1962, blz. 11), in hetwelk is aangegeven, dat beneden Werkendam in de Nieuwe Merwede een dam zal worden gelegd, dat voorts de bestaande dam bij de sluis te Andel zal worden geopend en dat wijders in de Bergse Maas beneden Heusden eveneens een dam is geprojecteerd (e.e.a. in het kader van te nemen antiverziltingsmaatregelen).’

Toelichting van de Redactie:

De kaart in het Neerlandia-nummer van januari 1962, waarover hierboven een vraag aan de minister van Verkeer en Waterstaat wordt gesteld, was een der tekeningen ter illustratie van het artikel over de Schelde-Rijnverbinding door dr. Alb. van de Poel.

Meer dan een illustratieve waarde in algemene zin had deze tekening niet; overigens was de aanduiding ‘huidige plannen’ fout, nl. enkele jaren oud; die plannen zijn nl. nog van vóór de stormramp van 1953, de tekening behoort tot het archief van wijlen ir. E. Konijnenburg. De afdammingen ontworpen ten westen van Heusden en bij de Nieuwe Merwede hadden in dat plan tot taak in grote omvang zoet water naar de Nieuwe Waterweg te leiden, ter bestrijding van de zouttong in deze stroom.

De Deltacommissie heeft echter op andere wijze de bestrijding van het verziltingsgevaar voorgesteld.