Congres van de Nederlandse Vereniging voor de Volkszang
Op het zaterdag 29 september in Utrecht gehouden en goed geslaagde congres van de Nederlandse Vereniging voor de Volkszang leidde Wouter Paap het congresthema: ‘Volkszang in deze tijd’ in. De spreker schetste de huidige situatie aldus:
Van elementaire muzikale opvoeding van het Nederlandse volk is op het ogenblik geen sprake.
Het volkslied zou meer kunnen bloeien in de ‘koren’, die helaas enigszins neerzien op het lied, terwijl ook vele dirigenten het belang van het lied (nog) niet inzien.
De jeugd is vooral ingesteld op het ritmisch gerichte lied. Deze voorliefde wordt verkeerd beïnvloed door de stroom van grammofoonplaten, de ‘teenager’-platen. Van de ‘lichte muziek’, die leeft, is er weinig blijvends, tengevolge van de voortdurende doorstroming; het volksliedrepertoire daarentegen lijkt verstard en te veel op het verleden gericht.
De folkloristische zangeres Cobi Scheyer, heeft ervaren, dat men de plattelandsjeugd weer aan het zingen van eigen streekliederen krijgt, als men bepaalde geliefde dansritmen aan het programma toevoegt.
Het forum, gevormd door A.W. Herckenrath, Wim ter Burg, Paul Niessing, Pi Scheffer en W. Tillmans, kwam tot de conclusie, dat men in het Nederlandse volkslied, althans in de muziek geen nationale karaktertrek kan ontdekken en dat in vele volksliederen een tekst wordt gebruikt, die van een ongezond patriottisme getuigt.
Jules de Corte droeg zijn eigen liederen voor en onder leiding van Joop Schouten werden oude en nieuwe liederen uit de onlangs verschenen bundel van de Ned. Ver. voor de Volkszang gezongen.