Kroniek
Groot-Kempische cultuurdagen in Hilvarenbeek 1961
Evenals in 1959 ben ik dit jaar opnieuw naar de Groot-Kempische Cultuurdagen geweest. Daar ik op het punt stond met vakantie te gaan, kon ik slechts op de eerste dag (zaterdagmiddag en avond, 22 juli) aanwezig zijn.
's Middags werden vier voortreffelijke korte lezingen gehouden over het thema ‘Kunstenaar en Publiek’. Albert van Dalsum opende de rij met een gevoelige rede over de toneelspeler en zijn publiek; de Vlaamse toondichter Lode de Vocht wees o.a. op het zingen van het publiek. De Noordnederlandse beeldhouwer Mari Andriessen liet zijn toehoorders schudden van het lachen over de gedragingen van het publiek en de bekende Vlaamse letterkundige André Demedts sprak een ernstig woord over de schrijver, zijn werk en zijn publiek. Een jongenskoor, dat verschillende Nederlandse liederen zong, oogstte een welverdiend succes.
De Brabantse koffietafel in de open lucht op het vredige Vrijthof was weer allergezelligst. Sport- en gymnastiekdemonstraties, dansen, vendelzwaaien, muziek en wagenspel brachten een zeer gewaardeerde afwisseling.
In Hilvarenbeek heb ik meer Noord- dan Zuidnederlanders ontmoet, onder wie vele leden van het A.N.V., o.a. bestuursleden van de Amsterdamse, Haagse, Limburgse, Rotterdamse en Utrechtse afdelingen.
Bij gelegenheid van het derde lustrum der Groot-Kempische Cultuurdagen, een stuk levenswerk van de burgemeester, de heer J.P.M. Meuwese, verscheen een verzameling gedichten van Kempische dichters, onder de titel BIKS-3. Hierin zijn opgenomen de bekende en tevens grotendeels ongepubliceerde verzen der winnaars van de Hilvarenbeekse Literatuurprijs, bijeengebracht door Pierre Bogaers en Domien van Gent, met een inleiding van Anton van Duinkerken.
F.K.
Aan andere verslagen in de pers ontlenen we nog het houden van een prachtige tentoonstelling ‘Kunstschatten uit Kempische abdijen’, die zaterdagochtend onder grote belangstelling in het gemeentehuis te Hilvarenbeek werd geopend door de staatssecretaris van O., K. en W., Z.Exc. G.C. Stubenrouch. Deze tentoonstelling bevat voornamelijk religieuze kunstuitingen van Rooms-katholieken huize, afkomstig uit kloosters te St. Agatha, Oosterhout, Tongerlo, Postel, Tilburg, Averbode en Westmalle. Prachtige gebeden- en getijdenboeken, beeldhouwwerken, naaldwerk, metaalwerk van de middeleeuwen tot in onze ijd.
Op zondag handelden de predikatie, gehouden door de bisschop van 's Hertogenbosch mgr. W. Bekkers tijdens de hoogmis in de parochiekerk en de preek van ds. Th. Rinkema, hervormd predikant van Hilvarenbeek, ook over het thema ‘Kunstenaar en Publiek’.
Ds. Spelberg van de V.P.R.O. noemde in Vrije Geluiden de Groot Kempische Cultuurdagen een even merkwaardig als hartverwarmend stuk geestelijk cultuurleven, dat bij al het andere zulk een kostbaar getuigenis werd van een noord-zuid-verbondenheid, die in feite voor Nederland als geheel van betekenis is.