Neerlandia. Jaargang 65
(1961)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
Vissersplaats.Vlaardingen, gelegen aan de Nieuwe Maas, welke verderop als Nieuwe Waterweg de Noordzee bereikt, is een der oudste steden van ons vaderland. Zover men in het verleden kan terugblikken, is de visserij hoofdbron van bestaan geweest. In wankele bootjes bevoeren de vissers de uitgestrekte visgronden van de Noordzee, op hoop van zegen. Aangezien de visvangst wel een der meest wisselvallige beroepen ter wereld is, gaf deze bijzonder eenzijdige bestaansbron vaak ernstige terugslagen in de Vlaardingse economie. Een slechte vangst trof niet slechts een beperkte groep, maar de gehele burgerij. Wie de geschiedenis van de stede Flardinga dan ook nauwkeurig bestudeert, vindt steeds weer de merktekenen van boze tijden waarin de armoede rondwaart. | |
Havenplaats.Het is dan ook begrijpelijk, dat al vroeg naar andere bronnen van bestaan werd gezocht. Men vond die in de vrachtvaart. Eerst in de combinatie van visvangst en vrachtvaart (b.v. koren uit de landen rond de Oostzee, wijn uit Spanje), later in een zelfstandige koopvaardij naast de visserij. Dit was echter nog maar een begin van een verdere ontwikkeling. Wanneer in de jaren 1866-1872 de Nieuwe Waterweg wordt gegraven breekt ook voor Vlaardingen een andere tijd aan. Het scheepvaartverkeer neemt geleidelijk toe, nieuwe havens worden gegraven, bestaande uitgebreid en verbeterd en allengs klimt Vlaardingen op van 12e havenstad des lands in 1900, tot Neerlands derde havenstad, na Rotterdam en Amsterdam. De gunstige ligging aan Neerlands drukst bevaren zeeweg stimuleerde ook een industriële ontplooiing. Uiteraard bestond al lang een aantal bedrijven, verwant aan de visserij doch deze waren, hoe belangrijk ook op zich zelf, van beperkte betekenis. | |
Industriestad.Rond de jaren 1900 waren er in Vlaardingen hoogstens enige tientallen ondernemingen en bedrijven gevestigd, waarvan nog vele direct of indirect iets met de visserij van doen hadden. In het Vlaardingen van vandaag zijn meer dan 200 grotere en kleinere industrieën gevestigd van de meest verscheiden aard. Vooral de metaalverwerkende-, de chemische-, de meubel- en de voedingsen genotmiddelenindustrie zijn sterk vertegenwoordigd. Ten bewijze, dat Vlaardingen ook voor de grote industrie gunstig is gelegen, zij vermeld dat verschillende wereldconcerns hier dochterondernemingen vestigden. Om er enkele te noemen: de grote zeepfabriek van de Unilever, waar ook talloze andere producten vervaardigd worden, het grote research-laboratorium van dezelfde onderneming, waar honderden laboranten wetenschappelijke arbeid verrichten, de Nieuwe Matex (plantaardige oliën en vetten) en de Cincinnati werktuigen- en machinefabriek, welke laatste tot de modernste en best geoutilleerde fabrieken in Nederland gerekend kan worden. Van de zuiver Nederlandse bedrijven zijn de Koninklijke Hollandia melkproducten- en voedingsmiddelenfabriek, de Hollandse Pelmolen (peulvruchten en zuidvruchtenverwerking), het Havenbedrijf Vlaardingen-Oost met scheepsherstelbedrijf en machinefabriek en de Eerste Nederlandsche Coöperatieve Kunstmestfabriek wel de grootste. In dit verband is het zeker interessant om te vermelden, dat ca. 18000 personen in Vlaardingen werkgelegenheid hebben. Hiervan is meer dan de helft in de nijverheidssector werkzaam. Het is duidelijk, dat de hieruit voortvloeiende snelle groei van de stad het stadsbestuur voor tal van problemen stelt. Was het tempo van de ontwikkeling tussen de beide wereldoorlogen nog bij te houden, na 1945 werden de vraagstukken steeds ingewikkelder. Een achterstand op het gebied van de woning- en scholenbouw moest worden ingehaald terwijl tegelijkertijd oplossingen gevonden moesten worden voor een niet te stuiten aanwas van buiten. | |
Groeiende stad.De bevolkingscijfers leggen hiervan een duidelijke getuigenis af. Omstreeks 1945 telde de stad ca. 41.000 inwoners, terwijl op dit ogenblik reeds bijna 70.000 personen in Vlaardingen gevestigd zijn. Thans, 16 jaren 'na het einde van de oorlog, kan geconstateerd worden, dat de op velerlei gebied liggende noodzakelijke voorzieningen met elan zijn aangepakt. Een aantal jaren geleden stond Vlaardingen zelfs aan de top als stad met - procentueel - de snelste groei. Na de bevrijding kwamen ca. 9.000 nieuwe woningen gereed, terwijl er aan het einde van dit jaar ruim 1.500 woningen in aanbouw zullen zijn. Voorts verrezen er rond 200 nieuwe winkels, enige tientallen scholen, waar- | |
[pagina 80]
| |
onder een nieuw lyceum (een tweede is in aanbouw), een technische school, een huishoud- en industrieschool, een grote schouwburg, een politiebureau, tientallen sportvelden, 50 ha. plantsoen, 70 industriehallen enz. Een hoogtepunt in de na-oorlogse ontwikkeling van de stad was de totstandkoming van een overdekte en open zweminrichting ‘Het Kolpabad’, dat in grote behoefte blijkt te voorzien. Jaarlijks bezoeken ± 500.000 bezoekers deze inrichting. Spectaculair voor het nieuwe Vlaardingen was ook de ingebruikneming van een groot flatgebouw voor bejaarden, bestaande uit 118 individuele woningen (twee-kamer woningen), een rusthuisgedeelte, bestaande uit 46 kamers voor alleenstaanden en 6 woon- en slaapkamers voor echtparen en een ziekenhuis-gedeelte. Met zijn 8 en 10 woonlagen behoort deze inrichting tot de opmerkelijkste bouwwerken van de stad. De gereedkoming van het Delta-hotel, ideaal gelegen aan de altijd bedrijvige rivier, bracht een oplossing voor het niet onbelangrijke industrieel toerisme in dit gebied. Het gedeeltelijk boven het water gebouwde restaurant trekt bezoekers uit schier alle delen van ons vaderland. | |
Groei naar 150.000 inwoners.De verdere groei van de stad is nog steeds in volle gang. Als belangrijk element in de ontwikkeling van het Waterweggebied is aan Vlaardingen een verdere uitbouw op eigen grondgebied toegedacht tot 150.000 inwoners. Dit betekent zonder onderbreking plannen maken voor de stedebouwkundige situering van weer duizenden nieuwe woningen, zo doelmatig en tegelijk zo ruim mogelijk geprojecteerd in nieuwe wijken, het betekent een harmonieuze stadsopbouw scheppen, waarin tegelijk aandacht wordt besteed aan werkgelegenheid, goede huisvesting en verantwoorde recreatie. Momenteel is de zogenaamde Westwijk, omvattende de bouw van ca. 6.000 woningen, 120 winkels, 16 scholen, 4 kerken, een rioolgemaal, turnzalen, sportterreinen, plantsoenen, enz. volop in uitvoering; ook de voorbereiding voor nieuwe moderne woonwijken is reeds ver gevorderd. In één dezer wijken van de naaste toekomst is momenteel een groot streekziekenhuis voor 372 bedden in aanbouw, dat aan de modernste eisen zal beantwoorden. | |
[pagina 81]
| |
Nieuwe binnenstad.De oude, naar hedendaagse begrippen benauwde, binnenstad zal moeten verdwijnen en vervangen worden door een city, het moderne Vlaardingen waardig. Als integrerend onderdeel is een brede verkeersweg dwars door de nieuwe binnenstad geprojecteerd, met het eerste gedeelte waarvan een dezer weken begonnen wordt. Pleinen, winkelstraten, parkeerterreinen, compleet met grote warenhuizen, restaurants enz. zullen de plaats innemen van de 1.600 oude pandjes, die hier successievelijk verdwijnen. De eerste segmenten van deze nieuwe binnenstad zijn reeds verwezenlijkt en jaarlijks wijkt de oude huizengordel verder terug om plaats te maken voor moderne hoogbouw met winkels van grootsteedse allure. Al deze plannen zullen miljoenen guldens vergen. Hoe dit alles gefinancierd moet worden, kan nu nog niet worden gezegd. Wanneer echter de kalender het jaar 1985 aangeeft, dat is dus binnen 25 jaren, zal dit alles goeddeels gereed moeten zijn. Door zijn bijzonder gunstige ligging krijgt Vlaardingen in deze jaren een ongekende en waarschijnlijk ook nimmer weerkerende kans om zich te ontplooien tot een belangrijke industrieen havenstad. Reeds thans kan gezegd worden, dat het gemeentebestuur de kans gegrepen heeft - en door een zo harmonieus mogelijke opbouw tracht - Vlaardingen te maken tot een moderne stad in het zo belangrijke Waterweggebied. | |
Het culturele leven.Ofschoon in de 16e en 17e eeuw zich reeds een belangrijk cultureel leven openbaarde, wat o.m. tot uitdrukking kwam door het bestaan van een eigen Vlaardingse Rederijkerskamer, in de latere jaren, eigenlijk tot aan het begin van de 19e eeuw, werd weinig aan openbaar cultureel leven gedaan. Vorige generaties hebben zich zo sterk moeten inspannen voor de strijd om het dagelijks brood, dat voor de ‘kunst’ in al haar geledingen weinig tijd overbleef. Omstreeks het jaar 1815 vormden enige ingezetenen een ‘Musicaal Gezelschap’ onder de zinspreuk ‘Harmonie’. Al spoedig besloot men tot de bouw van een nieuwe en fraaie concertzaal. Deze zaal Harmonie, ingewijd in 1817 en uitgebreid en verbeterd in 1906, gold 135 jaar lang als ‘de’ zaal van Vlaardingen. De bloei van de gemeente, met name na de tweede wereldoorlog, maakte het noodzakelijk nieuwe vorm te geven aan de culturele ontwikkeling der stad. In de tuin van de oude zaal Harmonie verrees een nieuwe moderne schouwburg (1952), de Stadsgehoorzaal, waar thans de Vlaardingers de beste gezelschappen uit binnen- en buitenland kunnen bewonderen, en waar symphonie-orkesten kunnen optreden. De Visbank, waar in vroeger jaren de Vlaardinger zijn ‘vis aan de bank’ placht te kopen, is thans tentoonstellingszaal, zij het één van bescheiden afmetingen. Binnenkort zal in Vlaardingen een Nationaal Visserij-museum worden ingericht in een oud redershuis aan de historische haven, dat de bezoekers een indruk zal geven van de ontwikkeling van de visserij. Ook hier zal een gelegenheid worden geschapen voor het houden van exposities van beperkte omvang. |
|