Neerlandia. Jaargang 65

Mr. H.J. Reinink

De heer Reinink werd op 31 juli 1901 te Groningen geboren, doorliep aldaar het gymnasium, studeerde aan de Rijksuniversiteit in de rechtswetenschappen en was van 1925 tot 1928 leraar in de staatswetenschappen aan de H.B.S. in dezelfde plaats. Tot 1930 oefende hij het beroep van advocaat en procureur uit te Amsterdam, promoveerde ondertussen in 1929 op een proefschrift getiteld ‘Geld en ruilhandel’, om in 1930 weer naar zijn geboortestad terug te keren. Hij vervulde tot 1939 de functie van Secretaris van het College van Curatoren van de Rijksuniversiteit te Groningen. In dat jaar werd hij Hoofd van de afd. Hoger Onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen te 's-Gravenhage, uit welke functie Mr. Reinink in januari 1941 ontslag nam. Van 1946-1955 vervulde hij de functie van secretaris-generaal van het departement van O., K. en W. Sedert 1955 is hij directeur-generaal voor de kunsten en voor de buitenlandse culturele be-

[p. 78]

trekkingen. Sedert de bevrijding vertoont zijn loopbaan een opmerkelijke parallel met die van de heer Julien Kuypers, voorheen secretaris-generaal aan het departement van onderwijs te Brussel en thans, als gevolmachtigd minister, eveneens belast met de buitenlandse culturele betrekkingen. Evenals de heer Kuypers, heeft de heer Reinink zich intensief bezig gehouden met de Nederlands-Belgische culturele betrekkingen onder auspiciën van het Belgisch-Nederlands Cultureel Accoord. Voorts spant hij zich in voor de Europese culturele samenwerking en voor de Unesco. Eén van de Unescoprojecten, waarmee hij de laatste tijd veel te doen heeft, is het plan om de Oud-Egyptische monumenten te redden, die door de bouw van de Assoean-dam bedreigd worden. Van zijn binnenlandse activiteiten vermelden wij tenslotte nog dat hij het voorzitterschap bekleedt van het Holland-festival.