Neerlandia. Jaargang 65

[binnenkant achterplat]

Uit de tijdschriften

H. Todts: ‘Standpunten betreffende het federalisme’. Kultuurleven, juni 1961.

Schr. bespreekt de diverse standpunten, die met betrekking tot het federalisme sedert de oorlog opgeld hebben gedaan. Een tweeledig federalisme, dat buiten het (niet na te volgen) Oostenrijks-Hongaarse en het, vrijwillig opgegeven, Canadese voorbeeld geen precedenten heeft, acht hij gevaarlijk. Een oplossing zou z.i. gezocht moeten worden in de versterking van de provinciale autonomie. Hij meent, dat de Vlamingen nog te weinig in deze richting gedacht hebben, hoewel de opbloei van het economische regionalisme bewijst, dat de provincies levensvatbare eenheden zijn.

L. Metzemaekers: ‘Naar een Benelux-Politiek in Europa?’ De Maand, mei 1961.

In het maartnummer van Neerlandia hebben wij een redactionele beschouwing gewijd aan het gebrek aan, of liever gezegd het vrijwel totaal ontbreken van een politieke Beneluxconceptie t.o.v. Europa, zulks naar aanleiding van de topconferentie van de kleine zes in Parijs, waar Nederland alleen stond met zijn bezwaren tegen de plannen van President De Gaulle. Wij betreurden toen het tekort aan politiek overleg tussen de Beneluxpartners, omdat naar onze mening de positie van de Nederlandse cultuurgemeenschap in Europa afhing van de politieke Beneluxconceptie. Veel verder kwamen we met onze conclusies niet.

In het meinummer van het maandblad ‘De Maand’ heeft de heer L. Metzemaekers, Brussels correspondent van het Nederlandse dagblad ‘Het Parool’, een voortreffelijk artikel geschreven, getiteld ‘Naar een Benelux-Politiek in Europa?’. waarin hij in feite datgene onder woorden brengt, wat wij, achteraf beschouwd, hadden willen en moeten zeggen. Hij geeft n.l. een diepgaande analyse van de oorzaken van het ontbreken van een gemeenschappelijke Beneluxpolitiek op het punt waar het bij uitstek op aankomt: Onze positie in Europa. Hij gaat hierbij evenals wij uit van de topconferentie van de zes in Parijs. Wij achten zijn beschouwingen van fundamentele betekenis. Ze zouden eigenlijk verplichte lectuur moeten vormen voor allen die zich in onze landen bezig houden met buitenlandse politiek. Wij dringen er bij onze lezers met klem op aan, van het artikel van de heer Metzemaekers kennis te nemen. Eén korte aanhaling: ‘Wij zijn er dan ook van overtuigd, dat de Vlamingen naast vele andere zaken in ieder geval ook moeten bereiken, dat de Nederlandse (niet de Hollandse) opvattingen over Europese politiek en alles wat er mee samenhangt, een grotere rol gaan spelen bij de bepaling van de Belgische buitenlandse politiek.’

John de Pool: ‘Zo was Curaçao’. Antilliaanse Cahiers-1961.

De Curaçaosche herinneringen van John de Pool, geboren in 1873 op Curaçao, overleden in Panama in 1947, vullen de gehele jaargang van de Antilliaanse Cahiers. De Nederlandse vertaling hebben we te danken aan de samenwerking tussen prof. dr. J.A. van Praag, Henk Dennert, W. Chr. Rohde en Cola Debrot.

Voor hen, die Curaçao kennen, moet lezing van deze herinneringen een genoegen zijn, voor hen, die dat eiland niet kennen, biedt deze uitgave een prachtige gelegenheid nader te komen tot Curaçao en de Curaçaose maatschappij, de Curaçaose mens, het Curaçaose leven.