Frans-Vlaamse dag in Hulst
Voor de zesde achtereenvolgende keer werd op zondag 16 april jl. in het Jansenius-Lyceum van de aloude Reinaertstad Hulst een culturele dag georganiseerd. Hij stond onder voorzitterschap van dhr. J.H. Stolte en had de problematiek van ‘Nederland in Frankrijk’ tot onderwerp. Er waren ruim 150 belangstellenden uit Nederland en Vlaanderen. De indeling van de dag week aanmerkelijk af van die van voorafgaande jaren. Er werden vier sectievergaderingen gehouden. De belangstellenden verdeelden zich in de voormiddag over vier lokaliteiten, waar door deskundigen inleidingen gehouden werden over de vier volgende onderwerpen:
1. | De ‘Werkgroep Nederland’ en 't toerisme in Frans-Vlaanderen. |
2. | Het toneel in Frans-Vlaanderen. |
3. | Het Nederlandse onderwijs in die streek. |
4. | Radio, pers en tijdschriften, kortom de propaganda voor de bedreigde Nederlandse cultuur in het Franse Noorderdepartement. |
's Middags kwamen allen (inleiders, gespreksleiders, toehoorders) bij elkaar in de ruime kantine van 't lyceum om te luisteren naar de verslagen van de sectievergaderingen. Na voorlezing daarvan was er gelegenheid vragen te stellen, voorstellen te doen en met de gespreksleiders in discussie te treden, waarvan 'n levendig gebruik gemaakt werd.
Allereerst kwam het toneel aan de orde. Rekening houdend met de landelijke mentaliteit van de bevolking zijn, zo betoegde gespreksleider Antoon van der Plaetse uitdrukkelijk, de eenvoudige ‘boerestukken’ het geschiktst. Indertijd heeft de toneelgroep uit Westouter o.l.v. Flor Barbry volle zalen getrokken o.m. met ‘Kinderen van ons volk’ van Antoon Coolen, uiteraard aangepast aan het dialect van die streek. Ook de opmerkelijke successen van andere Westvlaamse toneelgroepen, die stukken brachten in het juist genoemde genre, bewijzen dat daaraan 'n sterke behoefte bestaat. Misschien zouden er mogelijkheden gevonden kunnen worden om via cabarets en wagenspelen stukken op artistiek hoger peil te kiezen. Wij vragen ons evenwel af of het wel goed mogelijk is om kunstzinniger toneel te brengen als het met het dringendste vraagstuk: het Nederlandse onderwijs in Frans-Vlaanderen, nog niet in orde is. Wat dat onderwijs in de moedertaal betreft: zoals bekend bestaan er bij het middelbaar en hoger onderwijs mogelijkheden voor het onderwijs in de Nederlandse taal- en letterkunde.
Het l.o. geniet niet die wettelijke mogelijkheden als andere streektalen in Frankrijk. Ofschoon Frankrijk geweigerd heeft om de overeenkomst aangaande de volkerenmoord te ondertekenen, zouden wij ons kunnen beroepen op de Europese Culturele Conventie. De landen die deze Conventie ondertekenden, waaronder ook Frankrijk, hebben zich verplicht om alles te doen om de bestaande culturen in hun land voor ondergang te behoeden. Jammer genoeg is de terminologie van die Conventie vaag en algemeen en door Frankrijk niet helemaal in overeenstemming met de oorspronkelijke Engelse tekst vertaald. De algemene conclusie voor dit onderdeel was, dat de situatie voor het Nederlandse onderwijs op het ogenblik onbevredigend is. Wil men 't onderwijs produktiever gaan geven, dan zal men in de gelegenheid moeten zijn een of meer leraren aan te stellen die in Frans-Vlaanderen Nederlandse cursussen gaan verzorgen. De vraag is evenwel: wie zal dat betalen?
De ‘Werkgroep Nederland’ voert een aanwezigheidspolitiek in Frans-Vlaanderen. De actieve leider Herman Verwaetermeulen uit Westouter heeft in een paar jaar tijd al heel wat bereikt. Maar er blijven nog veel wensen. Zo zou de inlichtingendienst effectiever moeten gaan werken en er zouden leidsters en gidsen gevormd moeten worden die deskundige rondleidingen door het toeristisch aantrekkelijke Frans-Vlaanderen kunnen organiseren.
De afdeling propaganda heeft vanzelfsprekend een belangrijke taak om de geesten in Vlaams-België en Nederland wakker te schudden. De culturele tijdschriften ‘Notre Flandre’ en ‘Ons Erfdeel’, die elkaar prachtig kunnen aanvullen, zullen alles in het werk moeten stellen om het abonnementenaantal uit te breiden. Zaak is het om in de berichtgeving objectief te blijven en dus