Neerlandia. Jaargang 65

Samengaan van het A.N.V. en het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’

Tussen het Dagelijks Bestuur van het Algemeen Nederlands Verbond en het bestuur van het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ werd enige maanden

[p. 60]

geleden een regeling getroffen met het oog op een zo nauw mogelijke samenwerking van beide organisaties, die hetzelfde doel nastreven, maar alleen enigszins verschillen wat hun werkmethode betreft.

Het genootschap is niet opgezet als een grote ledenorganisatie en wil vooral een werkgemeenschap zijn voor Groot-Nederlandse samenwerking.

De overeenkomst, die op 25 maart 1961 bekrachtigd werd door het Verbondsbestuur van het A.N.V. en op 30 april 1961 door de ledenvergadering van het genootschap, houdt het volgende in:

1)	Het genootschap ‘De Nederlanden in Europa’ treedt als organisatie toe tot het A.N.V.;
2)	De leden van het genootschap ontvangen Neerlandia;
3)	Voorzover mogelijk kan het genootschap gebruik maken van de diensten van het A.N.V.-kantoor;
4)	Het genootschap zal, waar mogelijk, het A.N.V. in zijn werk steun verlenen;
5)	Er zal bestendig overleg gepleegd worden in alle zaken, die beide organisaties raken.

Sinds kort bestaat reeds, zonder dat dit rechtstreeks voortvloeide uit bovenvermelde overeenkomst, een hechte samenwerking tussen het Verbondsbestuur en de bestuursleden van het genootschap. Zo hebben sedert kort drie van deze bestuursleden, tevens lid van het A.N.V., zitting in de redactie van Neerlandia en eveneens drie in de regelingscommissie voor het a.s. Nederlands Congres te Vlaardingen.

Wij twijfelen er niet aan, dat de onlangs gesloten belangengemeenschap de nodige vruchten zal afwerpen.