Is scheiding der rassen in Zuid-Afrika uitvoerbaar?
In het Oude Hof heeft jhr. mr. K.E.O. von Bose, administrateur van de Ned.-Zuid-Afr. vereniging, op 25 februari voor de afdeling Den Haag van het Algemeen Nederlands Verbond, gesproken over: ‘Nederlandse vragen rondom de Zuidafrikaanse rassenproblematiek’.
Mr. von Bose, die verleden jaar een reis door Zuid-Afrika maakte, gaf een uitvoerige en heldere uiteenzetting over het ingewikkelde en netelige vraagstuk der rassenscheiding, die, aldus zijn slotsom, in de praktijk niet uitvoerbaar lijkt.
Wij ontlenen aan zijn rede het volgende:
Men hoede zich voor een oordeel over deze vraagstukken, indien men te weinig weet van de achtergronden en van de plaatselijke omstandigheden. Men hoede zich te meer voor een op gevoelsgronden gebaseerd vóóroordeel.
De regering van de Unie strekt haar zorgen uit over 10 miljoen Bantoes, anderhalf miljoen kleurlingen (waarin dus blank bloed), 450.000 Aziaten en drie miljoen blanken.
De blanke gemeenschap, sedert het midden van de 17de eeuw in Zuid-Afrika gevestigd, is zich sterk bewust - en met rede - in eigen land te leven, zij voelt zich geschraagd door de kracht van het christelijk geloof en het rotsvaste geloof in een van God ontvangen zending.
De Boer, die in de 19de eeuw door de Britten genoodzaakt werd tot de Grote Trek te besluiten, stuitte daarbij op de ook uit eigen territoir en naar het zuiden trekkende Bantoe. Hier ligt de bron van de latere conflicten.
Een nieuw Zuid-Afrika, waar mijnbouw en industrie de vroegere patriarchale, agrarische huishouding verstoorden, waar de ‘uitlander’ de Boerengemeenschap binnendrong, trok duizenden Bantoe's aan als industrie-arbeider, los van hun oude status en ook los van de Boer.
De blanke in Zuid-Afrika is evenzeer - in meerderheid - inheems als de nietblanke. Voor hem is er geen repatriëringsmogelijkheid. Hij moet blijven en hij behoeft voor niemand het veld te ruimen.
De 2 miljoen Bantoes, die als industriearbeider, in de hen verwarrende Westerse centra, leven als een kind in een wereld van volwassenen, zonder houvast, tracht de overheid weer in voor hen gebouwde woonwijken onder eigen stamhoofden, volgens de oude tradities in evenwicht brengen.
Noch het zwarte element, de niet te vervangen arbeidskracht, noch de blanke, die de economie en de techniek beheerst, mogen of kunnen van het toneel verdwijnen.
Sinds 1948 wordt de koers van de regering, die vier groepen mensen moet leiden, aangeduid met de naam apartheidspolitiek, of eigen-soortelijke ontwikkeling, of politiek van scheiding.
Een splitsing van Zuid-Afrika in een aantal delen afzonderlijk voor Blanken, Bantoes, Kleurlingen en Indiërs is praktisch niet te verwezenlijken, daar de verschillende groepen in hoge mate op elkaar steunen en zelfs op elkaar zijn aangewezen. Immers zonder de arbeid van de niet-blanken zou de maatschappij in zeer korte tijd worden lam gelegd.
Men kan de huidige Zuidafrikaanse politici tegenwerpen, dat zij in theorieën denken, los van de sedert eeuwen gegroeide omstandigheden en los van overwegingen bij menselijke binding.
In de apartheidspolitiek ligt een mate van hardheid, die kwetst en grieft en aan de waarde van de mens te kort doet. Men bedenke echter ook, dat de Afrikaner, die genoeg had aan zijn eigen wereld, in eigen denken opging en nog vaak opgaat en blind is voor de grote vraagstukken rondom hem en in de stromingen, die de wereld beroeren.
Ondanks het vele, dat de blanke Afrikaner op het materieel-sociale vlak doet voor de Bantoes, blijft onder deze groep het bewustzijn groeien mensen te zijn op gelijk niveau.
Spreker ziet geen oplossing in deze apartheidspolitiek, evenmin in ‘partnership’, noch in algehele integratie.
Voor de buitenstaander moge in de bovengeschetste omstandigheden een element van dreiging, een gevaar voor ernstige botsingen schuilen, de Afrikaner leeft, wat dit betreft, vrijwel zonder zorgen. Gevoelens van paniek heeft spreker tijdens zijn bezoek niet bespeurd.. De blanke is vertrouwd met het leven samen met de niet-blanke. Hij zou de Bantoe, de kleurling of de Indiër niet weg kunnen denken.
Een oplossing te vinden voor de vele moeilijke vraagstukken in Zuid-Afrika is de taak van 14 miljoen mensen dààr en niet van ons. Laten wij er ons buiten houden en vooral nalaten hun onze ideeën op te dringen, of hen te verwarren met onze vaak op niets gebaseerde critiek en veroordeling.
Direct na de lezing en ook na de pauze werden heel veel vragen gesteld, die door dhr. Von Bose op rustige, heldere wijze werden beantwoord.
Na de pauze werden twee films over Zuid-Afrika vertoond.