Jaarvergadering N.Z.A.V.
In Krasnapolski te Amsterdam hield op 23 mei de Nederlands-Zuidafrikaansxr Vereniging haar jaarvergadering, die werd bijgewoond door vele leden, afgevaardigden en genodigden, o.a. leden van bevriende organisaties, zoals het Algemeen Nederlands Verbond, voorts van de ambassade van de Unie van Zuid-Afrika en vele Afrikaners. Wij zagen de bekende Afrikaanse kerkhistoricus prof. dr. S.P. Engelbrecht uit Pretoria, thans op rondreis langs de Nederlandse universiteiten en de in Amsterdam als hoogleraar in Afrikaans benoemde dr. H. van der Merwe Scholtz.
De voorzitter, mr. J. Keuning deelde mee, dat de ere-penning van de N.Z.A.V. dit jaar was uitgereikt aan prof. dr. D.B. Bosman. Dr. Bosman verzorgde de uitgave van Van Riebeecks Dagregister en behartigde in vele opzichten de contacten tussen Nederland en Zuid-Afrika; toen hij gezant was in Den Haag kwam het cultureel verdrag tussen de Zuidafrikaanse Unie en Nederland tot stand (1951).
Prof. dr. G. Brillenberg Wirth uit Kampen, die juist terug was van een reis door Zuid-Afrika, hield 's middags een voordracht over de rassen-problematiek.
Spreker had grote bewondering voor hetgeen er voor de Bantoes wordt gedaan. Maar van de tien miljoen Bantoes in Zuid-Afrika, zijn er maar twee miljoen geregistreerd; de rest zijn zwervende vogels, zonder sociaal verband.
Vanuit het huidige stadium van filantropie en hulp aan minder- en andersontwikkelden dient men z.i., als men hiermee n.l. verder gevorderd is, te komen tot de ‘ontmoeting’ van gelijke partijen. Zo heeft zich de westerse maatschappij ook ontwikkeld.
Tot slot werden een paar films over Zuid-Afrika vertoond.
K. Braak.