Lode Baekelmans tachtig jaar
Lode Baekelmans, de bekende Vlaamse prozaschrijver, onder het lezend Nederlands publiek even bekend als onder zijn landslieden, lid van het Algemeen Nederlands Verbond, vierde 26 januari zijn tachtigste verjaardag.
Als geboren Antwerpenaar bleef hij zijn stad getrouw; hij woont er nog. Zoon van een Vlaamse vader en een Zeeuwse moeder was hij al min of meer voorbestemd een strijder te worden voor de Nederlandse taal in Vlaanderen.
Na het Kon. Atheneum te Antwerpen te hebben doorlopen kwam hij in gemeentedienst, in 1901 in de openbare boekerij, waar hij opklom tot bibliothecaris; in 1933 werd de heer Baekelmans directeur van de Stedelijke Bibliotheek, het Archief en 't Museum van het Vlaams Cultuurleven. In 1945 bood men hem het ere-directeurschap aan.
Zijn grote betekenis als Vlaams schrijver werd ook erkend door de overheid, die hem benoemde tot Commandeur in de Kroonorde en tot Officier in de Leopoldsorde.
De jubilaris is lid van vele genootschappen op het gebied der Nederlandse letteren, zowel in Nederland als in België.
Reeds in 1900, nog maar 21 jaar oud, leidde hij het tijdschrift ‘Alvoorde’. In 1907 was hij een der medeoprichters van de Vereniging van Vlaamse letterkundigen. Van deze vereniging is hij jarenlang voorzitter geweest. In 1921 stichtte hij de ‘Vlaamse Vereniging van Bibliothecarissen en Bibliotheekbeambten’.
Het Algemeen Nederlands Verbond huldigt deze nog stoere tachtigjarige, die, zowel door zijn vele functies in het letterkundig verenigingsleven, als ook door zijn nimmer rustende pen, zoveel heeft gedaan om de Nederlandse taal in Vlaanderen levend te houden; wij zien hem als een geëerd en gewaardeerd lid van het Verbond, dat hij op ongeevenaarde wijze vertegenwoordigde.
Reeds in 1901 verscheen zijn eersteling ‘Uit grauwe nevels’, dat in 1926 herdrukt werd; sinds 1901 heeft Lode Baekelmans zonder ophouden geschreven: Marieke van Nijmegen (1901), De Waard uit de bloeiende Eglantier; De Doolaar en de weidse Stad; Havenlichtjes; Zonnekloppen; Dwaze tronies; Sinjoorken; Tille, een Antwerpse havenroman en een zijner beste boeken (1912), zes maal herdrukt; Mijnheer Snepvangers; Het gemoedelijke leven; Vacantiekrabbels; De ongerepte heide; Europa Hotel; Pleisteren; Ontmoetingen en vele, vele andere werken.
Cliché ‘Het Vederland’
Lode Baekelmans kan men de meest kenmerkende schilder noemen van het Vlaamse volk en de kleine burgerij in een grote handelsstad, in het bijzonder in de havenkwartieren. Zijn van weldadige humor doordrongen geest vertoont in zijn werken de voorkeur voor het zorgeloze leven van zwervers en figuren, levend aan de zelfkant van de maatschappij.
Voorts brengen wij in herinnering zijn uitstekende studies over Pieter F. van Kerckhoven, Domien Sleeckx, Cyriel Buysse e.a.
Men behoeft maar naar zijn portret te zien om te weten, dat men te doen heeft met een goed, vriendelijk en wijs mens, staande boven de kleinheid in deze wereld.