Tegen de stroom in
‘Men kan wel jong van jaren
En oud van uren zijn.’
Lees toch aandachtig het stuk van de heer Joosten: ‘Nieuwe wegen in Neerlandia’. Verstandige taal, een opwekking die ons treft en verheugt - maar die de oudere heren in de leiding van het Verbond verdrietig stemt, omdat ze zo nodig is. Ik voel persoonlijk zelfs schaamte bij het lezen van Joostens woorden. Schaamte, omdat ik het ook wel weet en wist, door allerlei omstandigheden wellicht nog beter dan hij, en omdat ik datgene wat wij in het A.N.V. en in Neerlandia te kort komen, als een persoonlijke tekortkoming beschouw. De korte uiteenzetting, die nu volgt, bedoel ik als een apologie voor mezelf en als een aanmoediging voor wie na de lezing van het artikel van de heer Joosten alleen maar zuchtend zou zeggen: ‘hij heeft wel gelijk, maar het helpt ons niets’.
Het A.N.V. zieltoogde na de oorlog. De geestesverwarring na de oorlog en de in deze gesteldheid overheersende heilstaatverwachtingen beletten de grote menigte oog te hebben, laat staan belangstelling te koesteren voor het Nederlands en de Nederlandse stam. Het Nationaal Jongeren Verbond, waarmede het A.N.V. betrekkingen onderhield, werd op voorstel van het bestuur ontbonden, daar ‘de jeugd niet langer nationaal maar internationaal’ gericht behoorde te zijn.
Een minister van oorlog verklaarde, dat de taal van het leger.... Engels zou moeten worden; een oud-minister van onderwijs zag als voornaamste taak voor de school: Engels leren. De noodzakelijkheid van een verenigd Europa werd algemeen ingezien, maar de noodzakelijkheid van handhaving van het eigene werd (en wordt) miskend.
Het streven van het A.N.V. ging en gaat nog tegen de stroom in. De sterk verbasterende taal is daarvan het getuigenis. Men zoekt naar vreemde woorden, doet geen moeite eigen uitdrukkingen te vinden, maar werpt het eigene nodeloos weg om het vreemde te grijpen. Daartegen helpt geen wijzen op verkeerd gebruik, geen inlichting over beter woord- en taalgebruik, waarmede Neerlandia in vroeger tijd zoveel goeds heeft gedaan. Neen, wie doeltreffend werk wil doen voor het Nederlands, die moet de averechtse geestesrichting van de Nederlanders in Nederland bestrijden, het kwaad in de wortel aantasten, voor de dwaasheid de wijsheid toegang verschaffen, gevoel van eigenwaarde voor karakterloosheid in de plaats stellen.
Daarmede kon niet begonnen worden, voordat het Verbond weer op poten gezet was. Een goed heel gebouw moest bijna van de grond af worden opgetrokken. Dit is nu haast voltooid. We zijn bijna gereed de strijd aan te binden, waarop wij (ik zeg het met smart) al te lang reeds wachten.
In die strijd zullen vele nieuwe, hartstochtelijke strijders nodig zijn.
Wat onze Joosten schrijft, geeft ons de hoop en de moed, dat niet al te weinige en al te ontgoochelde strijders een kamp zullen beginnen die zeer zwaar is.
Wij hopen ook op de vrienden in België. Het lijkt tegenwoordig wel, of wij hen meer nodig hebben dan zij ons. Net andersom als vroeger.
Zij hebben zoveel jaren tegen de stroom in geroeid; de Noordnederlanders moeten het nu doen - en hebben hierbij hun hulp nodig!
Dr. J. Schouten