Groots Verleden
Z. Em. Mgr. Van Wayenbergh, de laatste der drie sprekers, schetste in een magistrale, vaak ontroerende rede de grootheid van het oude Vlaanderen, dat eens met het buitenland kon wedijveren op cultuurgebied: poezie, didaktiek, mystiek; Vlaanderen, waar eens de schilders aan de spits der kunst stonden, waar de bouwmeesters hun kathedralen, belforten en stadhuizen schiepen, waar handel en nijverheid Vlaanderen in betrekking brachten met verre gewesten, Vlaamse munt in Scandinavië werd aangenomen en Vlaams laken in geheel Europa gebruikt werd.
Ook Mgr. Van Wayenburgh voelt de dreiging in een verenigd Europa, in de vangarmen van wereldtalen, die Vlaanderen verlammen kunnen.
De toekomst maakt het Vlaamse volk zelf. Geen haat, geen nijd, geen oneerlijkheid, maar liefde tot de mensen en de volkeren zijn de waarborgen van wat Vlaanderen kan zijn, indien de Vlamingen eensgezind en eerlijk willen; aldus het slot van deze prachtige toespraak.
Deze drie toespraken openden de grootse Vlaamse dag op de Wereldtentoonstelling, waar voorts door druk bezochte openlucht feesten het beste van het Vlaamse land werd getoond.
Vlaanderen kan trots zijn op deze zeer geslaagde Vlaamse dag op 6 juli van dit jaar.