Het Huis ten Bosch
Een oud Paleis met rijke inhoud
Zaterdag, 29 maart zullen de leden van de Haagse afdeling van het A.N.V., dank zij een lofwaardig initiatief van het afdelingsbestuur, een bezoek brengen aan het Huis ten Bosch, een der koninklijke paleizen, dat het meest tot de bezoekers spreekt. Wij menen, dat niet alleen zij, die het voorrecht zullen hebben dat paleis te bewonderen, maar ook de andere Verbondsleden graag iets meer willen horen over dat Huis ten Bosch, waarvan men doorgaans niet veel meer weet dan wat een prentbriefkaart er van heeft laten zien. Stadhouder prins Frederik Hendrik, de kunstzinnige Oranjevorst, een man, die vermoedelijk van zijn Franse moeder, Louise de Coligny, zijn zin voor pracht en praal heeft geerfd, gaf de opdracht om in den Hout, voor zijn niet minder kunstzinnige gemalin, Amalia van Solms, een buitenverblijf te bouwen.
De bekende architect Pieter Post, heeft onder leiding van Jacob van Kampen, de architect van het paleis op de Dam, aan het Huis ten Bosch gewerkt van 1644-1652. De eerste steen werd op 2 september 1645 gelegd door de Koningin van Bohemen. Prins Frederik Hendrik, die op 14 maart 1647 stierf, heeft de voltooiing van dit landhuis niet meer beleefd.
Na de dood van haar gemaal kwam bij de weduwe de gedachte op de grote zaal zó te doen inrichten, dat daardoor de nagedachtenis van Frederik Hendrik op z'n voortreffelijkst zou worden geëerd.
Aan die grote zaal, die later de naam kreeg van Oranjezaal, moest, zo meende zij, zo'n karakter worden gegeven, dat niet alleen de zegevierende veldheer en stedendwinger, maar ook en vooral de grote vredestichter zou worden verheerlijkt. Dat deze gedachte in Amalia van Solms opkwam is wel begrijpelijk. Zij was het toch, die Frederik Hendrik heeft weten over te halen, tegen de afspraken met Frankrijk in, met Spanje afzonderlijke vredesbesprekingen te openen, welke hebben geleid tot de vrede van Munster in 1648. Op die Oranjezaal komen we straks nog uitvoeriger terug.
Amalia van Solms heeft na de voltooiing van het landhuis tot aan haar dood op 8 september 1675 het buiten in het Bosch gedurende de zomermaanden bewoond. Zij voerde daar en 's winters in het paleis Noordeinde een hofhouding door menig machtig koning in Europa niet geëvenaard.