[Nummer 5]
Jacob van Campen
Het was 13 September driehonderd jaar geleden, dat Jacob van Campen op zijn buitenplaats ‘Randenbroek’ te Amersfoort stierf; deze grote figuur, een der knapste architecten uit zijn tijd, wiens bouwwerken nog veler bewondering wekken, wil het Verbond hier gedenken.
De stad Amersfoort herdacht hem in een bijeenkomst in de Sint Joriskerk, waar een eenvoudig monument zijn naam levend houdt. Prof. A.M. Hamburger schetste in die bijeenkomst, waar architecten, hoogleraren en vele andere belangstellenden aanwezig waren, de grote betekenis van Van Campen als Nederlands architect.
De burgemeester van Amersfoort, de heer H. Molendijk, opende daarna de in het koor der kerk ingerichte tentoonstelling over het werk en leven van Jacob van Campen.
We noemen in dit verband ook nog het kleine, veel te weinig bezochte museum Flehite te Amersfoort, waar ook het stokske van Oldenbarneveldt wordt bewaard en waar nog de kamer te zien is, waarin Van Campen leefde en werkte. In Fléhite treft men ook schilderijen aan van zijn hand.
Een der voortreffelijkste werken van Van Campen is het rvlauritshuis aan de Haagse Hofvijver, eigenlijk zijn eersteling, wanneer we een acht jaar eerder gebouwd woonhuis op de Keizersgracht te Amsterdam niet meetellen.
Met het Mauritshuis was meteen zijn naam gevestigd. Daarop volgden opdrachten voor het paleis aan het Noordeinde, de Nieuwe Kerk te Haarlem (zijn geboorteplaats) en het paleis op de Dam, indertijd het Amsterdamse Raadhuis, een monument, dat ons vooral van binnen bij zonder aanspreekt.
Stadhouder Frederik Hendrik belastte de architect mede met het bouwen der paleizen te Honselaarsdijk en te Rijswijk, beide omstreeks 1800 gesloopt. De verbouwing van het ook verdwenen kasteel te Buren en de ontwerpen van de Oranjezaal in het Huis ten Bosch, staan mede op zijn naam.
Al weet men niet altijd raad met Jacob van Campen en zijn stijl, toch eert Nederland hem als een belangrijke nationale figuur, die ongetwijfeld ook de architectuur buiten onze grenzen heeft beïnvloed.