Het vlasland
De Leie (Lys) te Armentiers (Armentières) overstekend, een plaats, waar het produkt van de bodem, het vlas, aanleiding heeft gegeven tot een grote linnennijverheid, bereiken we na 15 kilometer Rijssel (Lille), dat door de inwoners steeds trots vermeld wordt als Lille-en-Flandre, de hoofdplaats van departement Noord, dat officiëel en officieus steeds de Vlaamse leeuw voert. Met Robeek (Roubaix) telt deze stad 290.000 inwoners, waarvan een groot gedeelte gevormd wordt door z.g.n. Fransen uit Noord-Afrika, die aangetrokken werden door de uitgebreide nijverheid. Van bezienswaardigheden te Rijssel kunnen wij vermelden: de Oude Beurs uit de XVIIde eeuw in Vlaamse renaissance, de Nieuwe Beurs van Cordonnier, de typisch Zuidvlaamse meerbeukige Gotische Sint Mauritius-kerk (5 beuken) en het nieuwe stadhuis met Belfortachtige tor en van de Rijsselse bouwmeester Dubuisson.
Ook het Rijsselse is herhaaldelijk het toneel geweest van belangrijke veldslagen.
Om te beginnen: de slag van Bovingen (Bouvines) ten Zuidoosten van Rijssel, waar Frankrijk's macht voor een eeuw werd vastgelegd (1214) tegenover Brabant, Limburg, Vlaanderen, Holland, Gelder, Pruisen en Engeland; de Slag der Gulden Sporen te Kortrijk (1302), waar deze Franse machtsuitbreiding een halt werd toegeroepen, waar honderden Vlaamse, Brabantse, Limburgse en Rijnlandse mannen onder leiding van de Zeeuwse edelman Jan van Renesse, de Maastrichtse proost Willem van Gulik, Jan van Namen en Gwijde van Vlaanderen, bijgestaan door de graaf van Loon, de graaf van Vianen, de heren van Cuik, Mechel, Valkenburg, Home Heusden, Heinsberg, Brustem, Petersheim en vele anderen het heir der Franse ridders glansrijk versloegen.