De Oranje Nassau's
Aan het boek gaat in kleurendruk het portret vooraf van Louise Juliana, oudste dochter van Prins Willem I van Oranje-Nassau en zijn gemalin Charlotte de Bourbon. Zij huwde met Keurvorst Frederik IV van de Palts. Dit jeugdportret maakt deel uit van de zo bekoorlijke verzameling portretten der dochters van Oranje uit zijn derde huwelijk. Het vormt een sieraad van de ‘Oraniersaal’ in het Oberes Schlosz van het Huis Nassau in Siegen, dat thans in gebruik is bij het Museum des Siegerlandes; deze historische zaal, waarin het huwelijk der ouders van Willem van Oranje werd gesloten, zou ieder rechtgeaard lid van de Nederlandse stam evenals het Prinsenhof in Delft dienen te kennen.
Nadat ten tijde van Oranje protestantse Nedertonders en Vlamingen, ten einde het vege lijf voor Alva in veiligheid te brengen, naar de Palts en vooral naar Mannheim waren uitgeweken, waar de keurvorst ‘Hugenoten en Nederlanders’ beschermde, werden vooral de laatsten de gistende kern in het rijzende economisch leven van zijn land. Zijn zoon Frederik IV huwde Oranjes godvruchtige en grootmoedige dochter, die er een ware landsmoeder werd en bleef, ook toen haar zoon, Keurvorst Frederik V, door de keizerlijke troepen verdreven ‘Winterkoning’ van Bohemen, in 1620 te 's-Gravenhage een toevlucht moest zoeken. Haar man had in 1607 Mannheim stadsrechten verleend met het recht van vrije vestiging voor vreemdelingen, ‘omdat deze stad Mannheim wegens de daar tezamen vloeiende belangrijke waterstromen als Rijn en Neckar, zeer gunstig gelegen is voor de koophandel’. Deze plaats werd tevens een vesting, die gebouwd werd door een Nederlander, Barthel Janson, terwijl tegen 1700 nog onze landgenoot van Duitse afkomst, de vestingbouwkundige Menno Baron van Coehoorn, nieuwe, overigens niet uitgevoerde plannen maakte.