Oranje-Nassau en de Zuidelijke Nederlanden
Voor onze Haagse afdeling hield het bestuurslid J. Steur, hoofdarchivaris bij het Algemeen Rijksarchief, op 23 januari een lezing over ‘Het Huis van Oranje-Nassau en de Zuidelijke Nederlanden’. Spreker wees er op, dat door het erven van het machtige graafschap Vianden (Luxemburg) het huis Nassau in de veertiende eeuw in de Nederlanden reeds wortel schoot. In de vijftiende eeuw kwamen de baronie van Breda en andere Zuidnederlandse heerlijkheden in het bezit der Nassaus. Ruim een eeuw voordat Willem I, prins van Oranje-Nassau, zijn wereldhistorische rol speelde, bekleedden zijn voorouders in de Nederlanden, onder het Bourgondische Huis, reeds de hoogste staatkundige ambten.
De uitslag van de strijd, door de Zwijger tegen Spanje ondernomen, was een geheel andere dan Willem I, die zeker niet aan de stichting van een protestantse republiek heeft gedacht, ooit voor ogen heeft gehad.
Zijn nazaat, koning Willem I, zag door de vereniging van Noord en Zuid de droom van zijn leven verwezenlijkt. Het uiteenvallen van dat in 1815 verenigd koninkrijk betekende een grote slag voor deze Oranje-vorst. Ook koning Willem II neigde sterk naar het zuiden (deze vrij-metselaar was tevens de grootste vriend der katholieken onder de Oranjes).
Koning Boudewijn en zijn zuster, de Erfgroothertogin van Luxemburg, spreken niet slechts Nederlands, doch zijn ook als afstammelingen van Prins Willem I, de strijder voor het gemeenschappelijke vaderland der Nederlanden, te beschouwen.
De goed bezochte bijeenkomst vond plaats in een bij het onderwerp passende sfeer, nl. het Oranje-Nassau-Museum, en werd bijgewoond door de Belgische am-bassaderaad mr. L. Couvreur.