Reina Prinsen Geerligsprijs
uitgereikt in Kaapstad
Van links naar rechts: Peter Blum. S.J. van Ewijck van de Bilt (voorz. afdeling Kaapstad van het A.N.V.) en Prof. dr. F.M.P. Oosterhof.
De door het Algemeen Nederlands Verbond voorbereide uitreiking van de Reina Prinsen Geerligsprijs voor Zuid-Afrika heeft op 4 december 1956 in Kaapstad, in de Afrikaanse club ‘Here Sewentien’, in tegenwoordigheid van een zestigtal genodigden, plaatsgevonden.
De voorzitter van de afdeling Kaapstad van het A.N.V., de heer S.J. van Ewijck van de Bilt, sprak in zijn welkomstwoord zijn voldoening uit, dat zovelen, onder wie een groot aantal Afrikaanse en Nederlandse letterkundigen, van hun belangstelling blijk hadden gegeven. Spreker schetste bedoeling en betekenis van deze prijs, ingesteld door de ouders van de in 1943 op 21-jarige leeftijd door de Duitsers gefusilleerde Amsterdamse studente Reina Prinsen Geerligs, wie de taalverbondenheid van Nederland Vlaanderen en Zuid-Afrika zeer ter harte ging.
De jury, bestaande uit dr. D.J. Opperman, prof. dr. F.M.P. Oosterhof en prof. G. Dekker, van de universiteit van Kaapstad, Stellenbosch en Potchefstroom, kende de prijs toe aan de in Triëst geboren, 29-jarige diehter Peter Blum, die kort voor het uitbreken van de oorlog naar Zuid-Afrika kwam en daar zijn tweede vaderland vond. De prijs werd hem toegekend voor zijn verzenbundel ‘Van Steenbok tot Poolsee’.
De heer Van Ewijck wees op de overeenkomst tussen Blum, die een vluchteling voor de dictatuur in Europa was en Reina Prinsen Geerligs, die het slachtoffer werd van de vrijheidsstrijd in Nederland.
Na nog melding te hebben gemaakt van de uitreiking van deze prijs in Nederland aan de Amsterdamse studente Gerardine Hamer ((Pseudoniem Winnie Pendel), wenste spreker, namens de Stichting Reina Prinsen Geerligsfonds en namens het Algemeen Nederlands Verbond de heer Peter Blum geluk met deze onderscheiding, onder aanbieding van de beste wensen voor zijn verdere arbeid.