Geruststellende woorden
Minister mr. J.M.A.H. Luns heeft in de Eerste Kamer een geruststellend antwoord gegeven op de kritiek over een mogelijke achterstelling van de Nederlandse taal in het diplomatieke verkeer met België. De minister zei woordelijk:
‘Wij maken in het diplomatieke verkeer, althans voor wat Nederland en België betreft, voortdurend gebruik van de Nederlandse taal. Van Den Haag gaat er nimmer een nota in de Franse taal naar de Belgische ambassade en de meeste nota's, die onze ambassade in Brussel aanbiedt aan de Wetstrant, zijn ook in de Nederlandse taal gesteld.
Het is niet zo, dat het Frans, dat nog steeds een grote plaats inneemt in het diplomatieke verkeer, in het verkeer tussen Nederland en België ook een speciale positie zou innemen. Ik geloof, dat in de parlementaire (Benelux) raad dezelfde verhoudingen in acht zullen worden genomen.’