Tentoonstelling van Kaaps-Hollandse Bouwkunst
Bij de opening van de tentoonstelling Kaaps-Hollandse Bouwkunst in het Instituut voor de Tropen op 12 mei merkte de ambassadeur van Zuid-Afrika in Nederland, kolonel P.I. Hoogenhout in zijn openingsrede - volgens een verslag in Het Vaderland - onder meer op, dat eenvoud het kenmerk van het ware is, een ideaal, dat verwerkelijkt is in de huizen, die de Nederlandse kolonisten zich destijds hebben gebouwd. In wezen is de Kaaps-Hollandse bouwstijl niets anders dan een Nederlandse schepping, die op Zuidafrikaanse bodem is overgeplant.
Kolonel Hoogenhout besloot zijn toespraak met woorden van erkentelijkheid aan de fotograaf Jan van der Meulen, de directeur van het Instituut voor de Tropen, de heer Offerhaas, aan prof. dr. Bergman en dr. Jager Gerlings, conservator van het Instituut. Verder bracht hij dank aan andere personen en instellingen die deze tentoonstelling mogelijk hadden gemaakt.
De expositie omvat een groot aantal foto's met fragmenten der Kaap-Hollandse bouwkunst omstreeks de jaren 1750 tot 1800, voornamelijk van boerderijen, zodat de Zuidafrikaanse naam van de tentoonstelling dan ook luidt: ‘Kaapse Wynplaatse’. De prenten zijn eigen opnamen uit een verzameling van de Zuidafrikaanse student in de architectuur aan de universiteit van Kaapstad, de heer J. van der Meulen. De organisatoren, nl. de ambassade van de Unie in ons land en de Amsterdamse afdeling van de 75-jarige Nederlands-Zuidafrikaanse vereniging, beogen met deze expositie ‘het Nederlandse publiek een beeld te geven van een hier te lande onvoldoend bekend architectonisch schoon uit een periode der vaderlandse geschiedenis overzee en belangstelling te wekken voor hetgeen dreigt te verdwijnen’.