Zuid-Afrika heeft heel wat kapitaal nodig
Goede dansen voor Nederland
Aan de kapitaalbehoefte in de Linie van Zuid-Afrika kan niet worden voldaan en dit land is daarom in grote mate afhankelijk van kapitaalimport, hoewel de beschikbaarheid van het kapitaal op de wereldmarkt zeer problematisch is geworden. Sedert eeuwen is Nederland een kapitaal-uitvoerend land geweest, ik spreek de hoop uit, dat Nederland deze rol zal hervatten, speciaal ten gunste van Z.-Afrika. Met deze woorden besloot prof. ir. Goudriaan, thans hoogleraar aan de universiteit van Pretoria en eertijds o.a. president-directeur van de Nederlandse Spoorwegen, zijn rede over de moderne industriële ontwikkeling van Z.-Afrika, die hij heeft gehouden te Amsterdam voor leden van het Kon. Ned. Aardrijkskundig Genootschap en van de plaatselijke afdeling van de Nederlands-Zuid-afrikaanse Vereniging.
Spreker gaf in grote lijnen een historisch overzicht van de ontwikkeling der voornaamste twee bestaansbronnen van Z.-Afrika, nl. de agrarische sector en die van de goud- en diamantmijnen. Uit de eerstgenoemde is logisch de grondstof verwerkende industrie voortgevloeid, waarbij het stabielere merkartikel tegen vaste prijs kon worden uitge voerd.
Ten aanzien van de diamantindustrie deelde prof. Goudriaan mee, dat zich langs de westelijke kust nog enorme uitgestrekte diamantvelden bevinden, die in handen zijn van de staat en waarvoor uitdrukkelijk is bepaald, dat deze niet geëxploiteerd zullen worden om verstoring van het evenwicht op de diamantmarkt te voorkomen door een te groot aanbod.
De meer kwetsbare goudmijnbouw wordt, volgens spreker, met ondergang bedreigd, doordat Amerika het prijsniveau op een bepaald peil handhaaft en de kosten zich daarentegen voortdurend in stijgende lijn bewegen. Men zal de financiering van de zich over grote gebieden uitstrekkende goudmijnen volgens spreker meer centraal ter hand moeten nemen.
Omtrent het in Z.-Afrika gevonden uranium, zei prof. Goudriaan, dat dit land naar zijn mening een der laatste zal zijn, hetwelk overgaat tot het bouwen van atoomcentrales, hoewel er stemmen opgaan voor het tegendeel. De zeer lage brandstofkosten en de daarmee gepaard gaande lage staalprijs maken het omzien naar een goedkopere energiebron voor de Unie niet bepaald tot een urgent probleem, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Engeland.
Aan het einde van zijn betoog maakte spreker enkele, wat hij noemde, typische opmerkingen ten aanzien van de mogelijkheden van Nederlandse import in Z.-Afrika. Men dient zich hierbij volgens spreker altijd te realiseren, dat de Unie een beperkte invoermarkt heeft, niet alleen door de geïsoleerde ligging van het land, maar ook door de geringe, zeer langzaam stijgende, koopkracht van de circa tien miljoen naturellen.
De Unie is een aantrekkelijke beleggingsmarkt, mede door de hoge winstmarge en de grote zekerheid. Zuid-Afrika is politiek bezien niet ongunstiger dan landen elders in de wereld. De verhouding blanken-kleurlingen is de wereldverhouding n.l. een op vier. Een gelijk stemrecht voor blanken en naturellen zou politieke zelfmoord betekenen, vandaar de huidige politiek van de regering. ‘Ik ga met een gerust hart naar de Unie terug’, aldus prof. Goudriaan.
(N.R.C.)